Einde inhoudsopgave
Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens
Artikel II Begripsomschrijvingen en criteria
Geldend
Geldend vanaf 29-04-1997
- Bronpublicatie:
03-09-1992, Trb. 1993, 162 (uitgifte: 12-11-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-04-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-1997, Trb. 1997, 136 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Voor de toepassing van dit Verdrag:
- 1.
Wordt onder ‘chemische wapens’ verstaan het onderstaande, te zamen of afzonderlijk:
- a.
giftige stoffen en hun voorlopers, behalve wanneer deze zijn bestemd voor ingevolge dit Verdrag niet verboden doeleinden, zolang de soorten en hoeveelheden in overeenstemming met zulke doeleinden zijn;
- b.
munitie en andere inzetmiddelen, specifiek ontworpen om de dood of andere schade te veroorzaken door de toxische eigenschappen van de giftige stoffen bedoeld in letter a, die zouden vrijkomen als gevolg van het gebruik van zulke munitie en andere inzetmiddelen;
- c.
uitrusting specifiek ontworpen voor rechtstreeks met de aanwending van de in letter b bedoelde munitie en andere inzetmiddelen verband houdend gebruik.
- 2.
Wordt onder ‘giftige stof’ verstaan:
iedere chemische stof die door zijn chemische inwerking op levensprocessen de dood, tijdelijke functie-aantasting of blijvende schade aan mensen of dieren kan veroorzaken. Hiertoe behoren alle zodanige chemische stoffen, ongeacht hun herkomst of hun wijze van produktie en ongeacht of zij worden geproduceerd in inrichtingen, in munitie of elders.
(Voor de toepassing van dit Verdrag zijn de aan verificatiemaatregelen onderworpen giftige stoffen genoemd in de Lijsten in de Bijlage inzake stoffen.)
- 3.
Wordt onder ‘voorloper’ verstaan:
ieder chemisch reagens dat is betrokken bij enigerlei stap in de produktie van een giftige stof, ongeacht de wijze van produktie. Hiertoe behoort mede ieder hoofdbestanddeel van binaire of verscheidene bestanddelen bevattende chemische systemen.
(Voor de toepassing van dit Verdrag zijn de aan verificatiemaatregelen onderworpen voorlopers genoemd in de Lijsten in de Bijlage inzake stoffen.)
- 4.
Wordt onder ‘hoofdbestanddeel van binaire of verscheidene bestanddelen bevattende chemische systemen’ (hierna te noemen ‘hoofdbestanddeel’) verstaan:
de voorloper die de belangrijkste rol speelt bij de bepaling van de toxische eigenschappen van het eindprodukt en snel reageert met andere stoffen in het binaire of verscheidene bestanddelen bevattende systeem.
- 5.
Wordt onder ‘oude chemische wapens’ verstaan:
- a.
chemische wapens geproduceerd vóór 1925; of
- b.
chemische wapens geproduceerd in het tijdvak tussen 1925 en 1946, waarvan de toestand in zodanige mate is verslechterd dat zij niet langer als chemische wapens kunnen worden gebruikt.
- 6.
Wordt onder ‘achtergelaten chemische wapens’ verstaan:
chemische wapens, met inbegrip van oude chemische wapens, die na 1 januari 1925 door een Staat zijn achtergelaten op het grondgebied van een andere Staat zonder de toestemming van laatstbedoelde Staat.
- 7.
Wordt onder ‘oproerbestrijdingsmiddelen’ verstaan:
alle niet in een Lijst genoemde chemische stoffen die bij mensen snel tot irritatie van de zintuigen leiden of een handelingen belemmerende werking hebben, welke binnen korte tijd na beëindiging van de blootstelling verdwijnen.
- 8.
Onder ‘inrichting voor de produktie van chemische wapens’ wordt verstaan:
- a.
apparatuur, alsmede elk gebouw waarin zulke apparatuur is ondergebracht, die op enig tijdstip na 1 januari 1946 is ontworpen, gebouwd of gebruikt:
- i.
als onderdeel van de fase in de produktie van chemische stoffen (‘laatste technologische fase’) waarbij de materiaalstromen — wanneer de apparatuur wordt gebruikt — zouden bevatten:
- 1.
stoffen genoemd in Lijst 1 in de Bijlage inzake stoffen; of
- 2.
andere stoffen die in een hoeveelheid van meer dan 1 ton per jaar op het grondgebied van een Staat die Partij is bij dit Verdrag of op een andere plaats onder de rechtsmacht of het toezicht van een Staat die Partij is bij dit Verdrag niet van nut zijn voor ingevolge dit Verdrag niet verboden doeleinden, maar die kunnen worden gebruikt voor chemische wapens;
of
- ii.
voor het vullen van chemische wapens, met inbegrip van onder meer het laden van stoffen genoemd in Lijst 1 in munitie, andere inzetmiddelen of houders voor opslag in grote hoeveelheden, het laden van stoffen in houders die deel uitmaken van geassembleerde binaire munitie en andere inzetmiddelen of in chemische submunitie die deel uitmaakt van geassembleerde munitie en andere inzetmiddelen met één chemisch bestanddeel en het aanbrengen van de houders en chemische submunitie in de onderscheiden munitie en andere inzetmiddelen;
- b.
Hieronder wordt niet verstaan:
- i.
een inrichting met een produktiecapaciteit voor het synthetiseren van stoffen bedoeld in letter a onder i die kleiner is dan 1 ton;
- ii.
een inrichting waarin een in letter a onder i bedoelde stof wordt of werd geproduceerd als onvermijdelijk bijprodukt van activiteiten voor ingevolge dit Verdrag niet verboden doeleinden, mits de stof niet meer dan 3 procent van het totale produkt uitmaakt en mits de inrichting moet worden opgegeven en is onderworpen aan inspectie ingevolge de Bijlage inzake uitvoering en verificatie (hierna te noemen de ‘ Verificatiebijlage’); of
- iii.
de afzonderlijke kleinschalige inrichting voor de produktie van in Lijst 1 genoemde stoffen voor ingevolge dit Verdrag niet verboden doeleinden zoals bedoeld in Afdeling VI van de Verificatiebijlage.
- 9.
Wordt onder ‘ingevolge dit Verdrag niet verboden doeleinden’ verstaan:
- a.
onderzoeksdoeleinden, dan wel industriële, agrarische, medische, farmaceutische of andere vreedzame doeleinden;
- b.
beschermingsdoeleinden, namelijk doeleinden die rechtstreeks samenhangen met bescherming tegen giftige stoffen en bescherming tegen chemische wapens;
- c.
militaire doeleinden die geen verband houden met het gebruik van chemische wapens en niet afhankelijk zijn van het gebruik van de toxische eigenschappen van stoffen als vorm van oorlogvoering;
- d.
handhaving van de openbare orde, met inbegrip van de bestrijding van binnenlands oproer.
- 10.
Wordt onder ‘produktiecapaciteit’ verstaan:
de hoeveelheid van een specifieke stof die per jaar zou kunnen worden vervaardigd, gebaseerd op het technologische proces dat feitelijk wordt gebruikt of dat, indien het proces nog niet operationeel is, gebruikt zal worden in de desbetreffende inrichting. Deze wordt geacht gelijk te zijn aan de op het type-plaatje aangegeven capaciteit of, indien de op het type-plaatje aangegeven capaciteit niet bekend is, aan de ontwerpcapaciteit. De op het type-plaatje aangegeven capaciteit is de onder gunstige omstandigheden te bereiken maximale produktie van de produktie-inrichting, zoals aangetoond door middel van één of verscheidene malen proefdraaien. De ontwerpcapaciteit is de overeenkomstige theoretisch berekende produktie.
- 11.
Wordt onder ‘Organisatie’ verstaan de Organisatie voor het verbod van chemische wapens, ingesteld ingevolge artikel VIII van dit Verdrag.
- 12.
Voor de toepassing van artikel VI wordt verstaan onder:
- a.
‘produktie’ van een stof, de vorming ervan door middel van een chemische reactie;
- b.
‘be-/verwerking’ van een stof, een fysisch proces, zoals de bereiding, extractie en zuivering, waarbij een stof niet wordt omgezet in een andere stof;
- c.
‘verbruik’ van een stof, de omzetting ervan in een andere stof door middel van een chemische reactie.