Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten
Partijen en gegevens
Geldend
Geldend vanaf 23-08-1953
- Bronpublicatie:
19-06-1951, Trb. 1953, 10 (uitgifte: 27-01-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-08-1953
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-1954, Trb. 1954, 81 (uitgifte: 01-01-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Bronnen
Trb. 1951, 114
Trb. 1953, 10
Trb. 1954, 81
Trb. 1963, 98
Trb. 1965, 215
Trb. 1980, 163
Trb. 1990, 166
Trb. 1991, 157
Trb. 1994, 224
Trb. 1994, 256
Trb. 1996, 326
Trb. 2001, 28
Partijen
Partij | Datum inwerkingtreding | Voorbehoud |
---|---|---|
België | 23-08-1953 | |
Bulgarije | 03-11-2004 | |
Canada | 27-09-1953 | |
Denemarken | 27-06-1955 | |
Duitsland | 01-07-1963 | |
Estland | 26-12-2004 | |
Finland | 27-04-2024 | |
Frankrijk | 23-08-1953 | |
Griekenland | 25-08-1954 | |
Hongarije | 20-02-2000 | |
IJsland | 14-06-2007 | |
Italië | 21-01-1956 | |
Letland | 01-09-2004 | |
Litouwen | 20-08-2004 | |
Luxemburg | 18-04-1954 | |
het Koninkrijk der Nederlanden (het Europese deel van Nederland) | 18-12-1953 | |
Noorwegen | 23-08-1953 | |
Polen | 21-10-1999 | |
Portugal | 22-12-1955 | |
Roemenië | 04-12-2004 | |
Slovenië | 28-10-2004 | |
Slowakije | 13-10-2004 | |
Spanje | 09-09-1987 | |
Turkije | 17-06-1954 | |
Verenigd Koninkrijk | 12-06-1954 | |
Verenigde Staten van Amerika | 23-08-1953 | |
Zweden | 02-08-2024 |
Voorbehouden, verklaringen en bezwaren
1 | In de akte van bekrachtiging was de bij ondertekening voor Nederland, België en Luxemburg afgelegde Verklaring vervat. De tekst van deze Verklaring luidt als volgt: ‛ ‘De strijdkrachten van het Koninkrijk der Nederlanden, van het Koninkrijk België en van het Groothertogdom Luxemburg, haar civiele diensten en hun leden, kunnen aan de bepalingen van dit Verdrag geen aanspraak ontlenen op een vrijstelling op het grondgebied van een dezer Mogendheden, welke zij niet op hun eigen grondgebied genieten, wanneer deze betrekking heeft op rechten, belastingen en andere heffingen, die zijn of zullen zijn geünificeerd ingevolge de overeenkomsten, welke zijn gericht op de verwezenlijking van de Nederlands-Belgisch-Luxemburgse Economische Unie’. ’ The forces of the Kingdom of Belgium, the Grand Duchy of Luxembourg and the Kingdom of the Netherlands, their civilian components and their members may not avail themselves of the provisions of the present Agreement to claim in the territory of one of the afore-mentioned Powers any exemption which they do not enjoy in their own territory, with respect to duties, taxes and other dues, which have been or will be standardized under the terms of conventions which have been or will be concluded for the purpose of bringing about the Economic Union of Belgium, Luxembourg and the Netherlands. Les Forces armées du Royaume de Belgique, du Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas, leurs éléments civiles et leurs membres ne peuvent se prévaloir des dispositions de la présente Convention pour revendiquer sur le territoire de l'une de ces puissances une franchise dont il ne jouissent pas sur leur propre territoire, lorsqu'il s'agit de droits, taxes et autres impôts, dont l'unification a été ou sera opérée en vertu de conventions tendant à réaliser l'Union Economique belgo-luxembourgoise-néerlandaise. |
---|---|
2 | Bekrachtiging door de Verenigde Staten van Amerika onder de volgende verklaring: ‘It is the understanding of the Senate, which understanding inheres in its advice and consent to the ratification of the Agreement, that nothing in the Agreement diminishes, abridges, or alters the right of the United States of America to safeguard its own security by excluding or removing persons whose presence in the United States is deemed prejudicial to its safety or security, and that no person whose presence in the United States is deemed prejudicial to its safety or security shall be permitted to enter or remain in the United States. In giving its advice and consent to ratification, it is the sense of the Senate that:
|
3 | In de akte van bekrachtiging van het Verenigd Koninkrijk was het Proces-verbaal van 04-04-1952 vervat. |
4 | In de akte van bekrachtiging van Turkije was het Proces-verbaal van 04-04-1952, alsook de resolutie van 25-08-1952, vervat. |
5 | Toepasselijkverklaring door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland voor het eiland Man op 30-01-1962 (iwtr. 01-03-1962). |
6 | Bekrachtiging door Portugal onder de volgende verklaring: ‛ ‘The Portuguese Government declares that, in relation to Member States who have appended, or may in future append, reservation to their acts of ratification of this Agreement, it reserves the right to follow the principle of reciprocity in the interpretation and application of the provisions involved.’ ’ . |
7 | Op 25-08-1952 nam de Noord-Atlantische Raad een resolutie aan, welke voorzag in de mogelijkheid van toetreding van Griekenland en Turkije tot het Verdrag. |
8 | Op 05-10-1955 nam de Noordatlantische Raad een resolutie aan, welke voorzag in de mogelijkheid van toetreding van de Bondsrepubliek Duitsland tot het Verdrag. |
9 | Op 29-05-1952 werd met Groot-Brittannië en Noord-Ierland overeengekomen dat artikel VIII van het Verdrag met ingang van die dag door de beide Staten zou worden toegepast, onder het voorbehoud dat de onderscheidene volksvertegenwoordigingen zich zouden kunnen verenigen met het genoemde artikel. Deze overeenkomst werd bevestigd bij nota's van 10-09-1952 en 11-09-1952. |
10 | In brieven, op 16-06-1952 tussen de Nederlandse Minister van Oorlog en van Marine en de Belgische Minister van Landsverdediging gewisseld, werd verklaard dat beide Staten slechts toestemming verlenen tot het deelnemen aan manoeuvres door de strijdkrachten van de ene Staat op het grondgebied van de andere Staat, zo wederzijds wordt aanvaard dat eventueel door die strijdkrachten toegebrachte schaden worden vergoed in de mate en op de wijze als voorzien in artikel VIII van het Verdrag. Deze verklaringen golden het tijdvak van 03-06-1952 tot 31-12-1952. |