Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag, nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten
Artikel V
Geldend
Geldend vanaf 23-08-1953
- Bronpublicatie:
19-06-1951, Trb. 1953, 10 (uitgifte: 27-01-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-08-1953
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-1954, Trb. 1954, 81 (uitgifte: 01-01-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Leden van een krijgsmacht dragen in de regel uniform. Behalve wanneer tussen de autoriteiten van de Staat van herkomst en de Staat van verblijf het tegendeel mocht zijn overeengekomen, wordt burgerkleding gedragen onder dezelfde voorwaarden, als gelden voor de leden van de strijdkrachten van de Staat van verblijf.
Geregelde eenheden of formaties van een krijgsmacht dragen uniform bij het overschrijden van de grens.
2.
Dienstvoertuigen van een krijgsmacht of van een civiele dienst voeren naast hun registratienummer een kenteken ter aanduiding van hun nationaliteit.