Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (herschikking)
Artikel 93 Omzetting
Geldend
Geldend vanaf 22-06-2022
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 23-03-2022.
- Bronpublicatie:
30-05-2022, PbEU 2022, L 151 (uitgifte: 02-06-2022, regelingnummer: 2022/858)
- Inwerkingtreding
22-06-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2022, PbEU 2022, L 151 (uitgifte: 02-06-2022, regelingnummer: 2022/858)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De lidstaten stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om uiterlijk op 3 juli 2017 aan deze richtlijn te voldoen, en maken deze bekend. Zij delen de Commissie onverwijld de tekst van die bepalingen mede.
De lidstaten passen deze maatregelen toe vanaf 3 januari 2018.
Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. In de bepalingen wordt tevens vermeld dat verwijzingen in bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen naar de bij deze richtlijn ingetrokken richtlijnen, gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn. De regels voor die verwijzing en de formulering van die vermelding worden vastgesteld door de lidstaten.
2.
De lidstaten passen de in artikel 92 toe vanaf 3 juli 2015.
3.
De lidstaten delen de Commissie en ESMA de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
3 bis.
Uiterlijk op 23 maart 2023 stellen de lidstaten de bepalingen vast die noodzakelijk zijn om te voldoen aan artikel 4, lid 1, punt 15), publiceren zij deze en delen zij deze mee aan de Commissie. Zij passen deze bepalingen toe met ingang van 23 maart 2023.
In afwijking van de eerste alinea genieten de lidstaten die niet uiterlijk op 23 maart 2023 de nodige bepalingen kunnen vaststellen om te voldoen aan artikel 4, lid 1, punt 15), omdat hun wetgevingsprocedures langer dan negen maanden duren, een verlenging van maximaal zes maanden met ingang van 23 maart 2023, op voorwaarde dat zij de Commissie uiterlijk op 23 maart 2023 in kennis stellen van hun behoefte om van die verlenging gebruik te maken.