Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 12.13l (behoud geluidproductieplafonds lokale spoorweg ontstaan door omzetting hoofdspoorweg)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
09-12-2020, Stb. 2020, 557 (uitgifte: 28-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, Stb. 2023, 470 (uitgifte: 15-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Als een omgevingsplan geluidproductieplafonds als omgevingswaarden bevat voor een spoorweg als bedoeld in artikel 3.2a, eerste lid, onder c, van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet:
- a.
berusten de plicht tot treffen van maatregelen, bedoeld in artikel 3.45, eerste lid, en de plicht tot monitoring, bedoeld in artikel 11.45, eerste lid, bij de op grond van artikel 18, eerste lid, van de Wet lokaal spoor aangewezen instantie; en
- b.
zijn de artikelen 3.28 en 11.47 niet van toepassing;
- c.
is op een wijziging van de lokale spoorweg of het gebruik daarvan, als bedoeld in de artikelen 5.78j en 5.78k, paragraaf 3.5.4.2 van overeenkomstige toepassing en zijn de artikelen 5.78l tot en met 5.78q niet van toepassing.
2.
Als de in het eerste lid bedoelde geluidproductieplafonds als omgevingswaarden komen te vervallen, blijft de plicht tot het treffen van maatregelen, bedoeld in dat lid, onder a, voortbestaan totdat daaraan uitvoering is gegeven.