Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 9.2.6
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
26-03-2019, Stcrt. 2019, 16260 (uitgifte: 27-03-2019, regelingnummer: WJZ/18116525)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2019, Stcrt. 2019, 16260 (uitgifte: 27-03-2019, regelingnummer: WJZ/18116525)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
Indien een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 9.2.5, tweede lid, betrekking heeft:
- a.
op chemicaliën als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a wordt de aanvraag geweigerd;
- b.
op chemicaliën als bedoeld in het tweede lid, onderdelen b tot en met e wordt de aanvraag geweigerd indien een vervangend middel beschikbaar is dat minder schadelijk is voor het mariene milieu en de technische prestaties ervan vergelijkbaar zijn met die van de chemicaliën waarvoor de aanvraag werd ingediend.
2.
De chemicaliën, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, zijn:
- a.
de chemicaliën, genoemd in de Ospar LCPA;
- b.
chemicaliën, genoemd in de Ospar LSPC, chemicaliën als bedoeld in bijlage XIV en bijlage XVII bij de EG-verordening registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen en chemicaliën, die anorganisch zijn en een LC50 of EC50 van minder dan 1 mg/l hebben;
- c.
chemicaliën die een biodegradatie hebben van minder dan 20% gedurende 28 dagen volgens OECD 301, OECD 306, OECD 310, zoutwater Bodis of een gelijkwaardige test dan wel een halfwaardetijd volgens een simulatietest uitgevoerd in verband met de EG-verordening registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen, die groter is dan 60 dagen in zeewater of 180 dagen in zeewatersediment volgens OECD 308, OECD 309 of een gelijkwaardige test;
- d.
chemicaliën die voldoen aan twee van de volgende drie criteria:
- 1°
niet snel bio-afbreekbaar (een biodegradatie in 28 dagen minder dan 70% (OECD 301A, 301E, of een gelijkwaardige test), minder dan 60% (OECD 306 of een gelijkwaardige zoutwatertest) of bij afwezigheid van geldige resultaten van deze testen minder dan 60% (OECD 301B, 301C, 301D, 301F, zoetwater Bodis of een gelijkwaardige zoetwatertest));
- 2°
groot potentieel voor bio-accumulatie log Pow ≥ 3 of BCF > 100, het molecuulgewicht in aanmerking nemende (M<700) of een negatieve beoordeling als bedoeld in bijlage 3 van het Ospar-akkoord 2008-5;
- 3°
zeer toxisch (LC50 < 10 mg/l of EC50 < 10 mg/l);
- e.
de chemicaliën waarvan de door de uitvoerder berekende PEC/PNEC-verhouding 3 of meer is.
3.
Als geen vervangend middel als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, beschikbaar is, kan de minister voor ten hoogste drie jaar ontheffing verlenen indien het risico op schade aan het mariene milieu dat toelaat. Bij de beoordeling van de aanvraag om ontheffing wordt de door de uitvoerder berekende PEC/PNEC-verhouding van de chemicaliën in aanmerking genomen.
4.
Bij de aanvraag geeft de uitvoerder voldoende beargumenteerd aan waarom voor de chemicaliën geen vervangende middelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, beschikbaar zijn.
5.
Bevat wijzigingen in dit artikel.