Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 9.2.4
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
26-03-2019, Stcrt. 2019, 16260 (uitgifte: 27-03-2019, regelingnummer: WJZ/18116525)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2019, Stcrt. 2019, 16260 (uitgifte: 27-03-2019, regelingnummer: WJZ/18116525)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
De lozing van de volgende chemicaliën is verboden:
- a.
OPF-vloeistoffen, al dan niet gemengd met boorgruis, en
- b.
boorgruis dat vervuild is met synthetische vloeistoffen.
2.
De minister kan op aanvraag van de uitvoerder ontheffing verlenen van het verbod gesteld in het eerste lid, onderdeel b, indien uit de aanvraag blijkt dat:
- a.
de schade aan het mariene milieu zoveel mogelijk wordt beperkt, en
- b.
de uitvoerder aantoont dat de beginselen zijn toegepast van de best beschikbare technieken en de beste milieupraktijk, als bedoeld in bijlage 1 bij het Ospar-besluit 2000/3.
3.
De minister beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. De ontheffing kan onder voorschriften of beperkingen worden verleend.