Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/796 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie
Artikel 75 Deelname door derde landen aan de werkzaamheden van het Bureau
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Inwerkingtreding
15-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
EU-recht / Instituties
Informatierecht / Europees informatierecht
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
Onverminderd artikel 44 staat het Bureau open voor deelname door derde landen, in het bijzonder landen binnen de werkingssfeer van het Europees nabuurschapsbeleid, landen die onder het uitbreidingsbeleid vallen en EVA-landen die volgens de procedure van artikel 218 VWEU met de Unie overeenkomsten hebben gesloten op grond waarvan zij wetgeving van de Unie of vergelijkbare nationale maatregelen hebben vastgesteld op het gebied waarop deze verordening betrekking heeft, en daaraan uitvoering geven.
2.
Overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de overeenkomsten bedoeld in lid 1, worden er regelingen tussen het Bureau en de betrokken derde landen getroffen waarin de wijze van deelname van derde landen aan de werkzaamheden van het Bureau nader is uitgewerkt, met name wat betreft de aard en de omvang van die deelname. Deze regelingen bevatten bepalingen met betrekking tot de financiële bijdragen en het personeel. Zij kunnen voorzien in vertegenwoordiging van de betrokken derde landen in de raad van bestuur zonder stemrecht.
Het Bureau ondertekent de regelingen na akkoord van de Commissie en van de raad van bestuur.