Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/796 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie
Artikel 71 Vestigingsovereenkomst en voorwaarden voor de werking
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Inwerkingtreding
15-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
EU-recht / Instituties
Informatierecht / Europees informatierecht
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
Indien de noodzakelijke bepalingen betreffende de huisvesting van het Bureau in de gastlidstaat en de door deze lidstaat ter beschikking gestelde installaties, alsook de specifieke voorschriften die in de gastlidstaat van het Bureau gelden voor de uitvoerend directeur, de leden van de raad van bestuur, het personeel van het Bureau en hun gezinsleden, nog niet zijn vastgesteld of nog niet in een schriftelijke overeenkomst zijn opgenomen, wordt er tussen het Bureau en de gastlidstaat over al deze zaken een overeenkomst gesloten, overeenkomstig de rechtsorde van de gastlidstaat, en nadat de raad van bestuur ermee heeft ingestemd, doch uiterlijk op 16 juni 2017. Die overeenkomst kan de vorm aannemen van een vestigingsovereenkomst.
2.
De gastlidstaat zorgt ervoor dat het Bureau in optimale omstandigheden kan werken, onder andere door het aanbieden van meertalig onderwijs met een Europese dimensie en degelijke vervoersverbindingen.