Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2018/1972 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie
Artikel 57 Implementatie en exploitatie van draadloze toegangspunten met klein bereik
Geldend
Geldend vanaf 20-12-2018
- Bronpublicatie:
11-12-2018, PbEU 2018, L 321 (uitgifte: 17-12-2018, regelingnummer: 2018/1972)
- Inwerkingtreding
20-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, PbEU 2018, L 321 (uitgifte: 17-12-2018, regelingnummer: 2018/1972)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Informatierecht / Europees informatierecht
Informatierecht / ICT
1.
De bevoegde instanties beperken niet onnodig de implementatie van draadloze toegangspunten met klein bereik. De lidstaten streven ernaar dat de regels voor de implementatie van draadloze toegangspunten met klein bereik samenhangend zijn op nationaal niveau. Die regels worden vóór hun toepassing bekendgemaakt.
In het bijzonder verbinden de bevoegde instanties de implementatie van draadloze toegangspunten met klein bereik die beantwoorden aan de op grond van lid 2 geldende kenmerken niet aan de afgifte van een individuele stedenbouwkundige vergunning of een andere individuele voorafgaande vergunning.
In afwijking van de tweede alinea van dit lid kunnen de bevoegde instanties een vergunning verlangen voor de implementatie van draadloze toegangspunten met klein bereik op gebouwen of locaties met architectonische, historische of natuurwaarde die zijn beschermd overeenkomstig het nationale recht of, indien nodig, omwille van de openbare veiligheid. Artikel 7 van Richtlijn 2014/61/EU is van toepassing op het verlenen van die vergunningen.
2.
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de fysieke en technische kenmerken vast, zoals maximale grootte, gewicht en, in voorkomend geval, zendvermogen van draadloze toegangspunten met klein bereik.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 118, lid 4, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
De eerste van die uitvoeringshandelingen wordt uiterlijk 30 juni 2020 vastgesteld.
3.
Dit artikel laat de essentiële eisen neergelegd in Richtlijn 2014/53/EU, alsmede het machtigingsstelsel dat geldt voor het gebruik van het relevante radiospectrum, onverlet.
4.
De lidstaten passen indien nodig de procedures toe die zijn vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 2014/61/EU, en zorgen er daarbij voor dat exploitanten recht hebben op toegang tot alle fysieke infrastructuur onder zeggenschap van nationale, regionale of lokale overheidsinstanties die technisch geschikt is voor toegangspunten met klein bereik, of die noodzakelijk is voor de verbinding van dergelijke toegangspunten met een backbonenetwerk, waaronder straatmeubilair, zoals lichtmasten, verkeersborden, verkeerslichten, aanplakborden, bus- en tramhaltes en metrostations. De overheidsinstanties willigen alle redelijke verzoeken om toegang in op billijke, redelijke, transparante en niet-discriminerende voorwaarden, die op één enkel informatiepunt openbaar worden gemaakt.
5.
Onverminderd eventuele commerciële overeenkomsten is de implementatie van draadloze toegangspunten met klein bereik niet onderworpen aan vergoedingen of bijdragen die verder gaan dan de administratieve bijdragen overeenkomstig artikel 16.