Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/685
Ondernemingsrecht. (Bestuurders)aansprakelijkheid op grond van art. 2:248 BW (schending administratieplicht; art. 2:248 lid 2 BW in verbinding met art. 2:10 BW, art. 2:9 BW en art. 6:162 BW. Slagende motiveringsklacht.
HR 16-06-2023, ECLI:NL:HR:2023:925
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 juni 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, S.J. Schaafsma, K. Teuben
- Zaaknummer
22/00050
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:925, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑06‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1133, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2022
Essentie
Ondernemingsrecht. (Bestuurders)aansprakelijkheid op grond van art. 2:248 BW (schending administratieplicht; art. 2:248 lid 2 BW in verbinding met art. 2:10 BW, art. 2:9 BW en art. 6:162 BW. Slagende motiveringsklacht.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/00050
Datum 16 juni 2023
ARREST
In de zaak van
Polle Jan Willem VERMUNT, handelend in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [A] B.V., hierna: [A],
kantoorhoudende te Roosendaal,
EISER tot cassatie,
hierna: de curator,
advocaat: I.M.A. Lintel,
tegen
1. [verweerder 1],
wonende te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.