RvdW 2023/706:Caribische zaak. OM-cassatie. Medeplegen afpersing door in Curaçao onder dreiging van vuurwapen geld (NAf 15.000) en telefoons van haar (ex-)vriend afhandig te maken, omdat hij intieme videobeelden van hen beiden in openbaarheid heeft gebracht, art. 1:123 jo. 2:294 SrC. Strafoplegging (voorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden en taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis). Is geheel voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 36 maanden toelaatbaar? Art. 1:19 SrC. Strafoplegging is, v.zv. het de voorwaardelijke gevangenisstraf betreft, in strijd met art. 1:19 SrC, omdat o.g.v. die bepaling bij oplegging van geheel voorwaardelijke gevangenisstraf de duur daarvan ten hoogste 2 jaren is. HR ziet in bijzonderheden van dit geval (waaronder omstandigheid dat uit strafmotivering naar voren komt dat hof een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf heeft willen opleggen en omstandigheid dat cassatieberoep is ingesteld door OM dat in schriftuur heeft voorgesteld opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf te vervangen door straf die binnen wettelijk maximum blijft) aanleiding zaak zelf af te doen door duur van voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf te bepalen op 2 jaren, met proeftijd van 2 jaren. HR bepaalt dat opgelegde gevangenisstraf 2 jaren (met proeftijd van 2 jaren) beloopt.