Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 5.14.49
Geldend
Geldend van 05-01-2021 tot 01-01-2025. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, Stcrt. 2021, 568 (uitgifte: 04-01-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/143233)
- Inwerkingtreding
05-01-2021, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-12-2020, Stcrt. 2021, 568 (uitgifte: 04-01-2021, regelingnummer: IENW/BSK-2020/143233)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Eisen | Wijze van keuren | |
---|---|---|
1. | Landbouw- of bosbouwaanhangwagens die in gebruik zijn genomen na 31 december 2017, moeten aan de achterzijde op deugdelijke wijze zijn voorzien van een stootbalk, indien de afstand van de onderzijde van het voertuig tot het wegdek, gemeten over de volle breedte onder de achterzijde van het onderstel of onder de hoofddelen van het koetswerk achter het hart van de achterste as, meer bedraagt dan 0,55 m. | Visuele controle. |
2. | Het eerste lid is niet van toepassing op dolly’s. | - |
3. | De afstand van de onderzijde van de stootbalk tot het wegdek mag voor aanhangwagens niet meer bedragen dan 0,55 m. | Leden 3 en 4: visuele controle. In geval van twijfel wordt gemeten. |
4. | De stootbalk mag niet meer dan 0,45 m voor het achterste punt van het voertuig zijn gelegen. Hierbij worden voertuigdelen boven 2,00 m, gemeten vanaf het wegdek, buiten beschouwing gelaten. | |
5. | De stootbalk en de bevestiging daarvan mogen niet zodanig zijn vervormd of breuken of scheuren vertonen, dan wel door corrosie zijn aangetast, dat hierdoor functieverlies optreedt. | Visuele controle. |