Rb. Rotterdam, 12-06-2015, nr. 4110203 VV EXPL 15-255
ECLI:NL:RBROT:2015:5083
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
12-06-2015
- Zaaknummer
4110203 VV EXPL 15-255
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2015:5083, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 12‑06‑2015; (Kort geding)
- Wetingang
- Vindplaatsen
AR 2015/1318
JIN 2015/148 met annotatie van J.D. de Rooij
JAR 2015/180 met annotatie van mr. dr. Y. Konijn
AR-Updates.nl 2015-0567
VAAN-AR-Updates.nl 2015-0567
Uitspraak 12‑06‑2015
Inhoudsindicatie
art. 9a Waadi, concurrentie- en relatiebeding, kort geding
Partij(en)
RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 4110203 VV EXPL 15-255
uitspraak: 12 juni 2015
vonnis in kort geding op grond van artikel 254 lid 4 Wetboek van Burgerlijke Rechts-vordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SQL Integrator B.V.,
gevestigd te Rijswijk,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. F. van der Loos te ’s-Gravenhage,
tegen
[de heer X.] ,
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
gemachtigde: mr. B.J. Bongaards te Rotterdam.
Partijen worden hierna aangeduid met ‘SQL’ en ‘[de heer X.]’.
1. Het verloop van de procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de dagvaarding met producties van 1 juni 2015, van de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie, met producties en de brief van SQL met producties van 8 juni 2015.
De mondelinge behandeling van het kort geding vond plaats op 9 juni 2015. Namens SQL is verschenen de heer [T.] met de gemachtigde van SQL mr. F. van der Loos. [de heer X.] is verschenen met zijn gemachtigde mr. B.J. Bongaards. Van hetgeen besproken is zijn door de griffier aantekeningen gemaakt. Aan die aantekeningen is gehecht de door de gemachtig-de van SQL overgelegde pleitnota.
De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
2. De feiten
Er wordt uitgegaan van de volgende feiten:
2.1
SQL exploiteert een onderneming die zich onder meer bezighoudt met de ontwikkeling op projectbasis van op Oracle en Java gebaseerde maatwerkproducten. SQL heeft ongeveer 60 ICT-specialisten in dienst die worden gedetacheerd als adviseur, projectleider en/of tij-delijk systeembeheerder.
2.2
[de heer X.] is op 23 augustus 2010 in dienst getreden bij SQL. In een bijlage bij de arbeids-overeenkomst staat, voor zover nu van belang:
4.4.
Concurrentiebeding en relatiebeding
4.4.1
Concurrentiebeding
Werknemer verbindt zich gedurende 6 maanden na beëindiging van de dienstbe-trekking op generlei wijze direct of indirect hetzelfde of gelijksoortig werk te verrichten voor de opdrachtgever(s), als het werk dat voor SQL Integrator krachtens deze overeenkomst verricht werd bij deze opdrachtgever(s) van SQL Integrator.
4.4.2
Relatiebeding
Het is werknemer, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever, niet toegestaan gedurende een periode van één jaar na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, voor eigen rekening noch voor of namens derden, direct noch indirect, in welke vorm dan ook, hetzij tegen betaling hetzij om niet, werkzaamhe-den uit te voeren of betrokken te zijn bij werkzaamheden ten behoeve van relaties van werkgever, ongeacht van welke zijde de initiatieven daartoe zijn uitgegaan, dan wel relaties te bewegen de band met de werkgever te verbreken. Relaties in de zin van dit artikel zijn klanten en/of leveranciers van de werkgever of met hem gelieerde ondernemingen op het tijdstip van beëindiging van deze arbeidsovereen-komst, dan wel op enig tijdstip in een periode van één jaar voorafgaande aan dat tijdstip.
2.3
Centric houdt zich bezig met algemene dienstverlening op ICT-gebied. Sator heeft Cen-tric verzocht om werknemers voor specialistisch werk. SQL heeft [de heer X.] gedetacheerd bij Centric, die op haar beurt [de heer X.] heeft doorgeleend aan Sator.
2.4
SQL en [de heer X.] hebben met wederzijds goedvinden hun arbeidsovereenkomst beëindigd per 31 december 2014. [de heer X.] is inmiddels in dienst getreden bij Sator.
3. De stellingen van partijen (in conventie en in reconventie)
3.1
SQL vordert in conventie (1) veroordeling van [de heer X.] tot betaling van een voorschot op de boete van € 267.500,00, (2) veroordeling van [de heer X.] tot betaling van de schade die SQL lijdt en (3) veroordeling van [de heer X.] tot het staken van zijn werkzaamheden bij Sator, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van [de heer X.] in de kosten van de procedure. SQL baseert haar vorderingen op overtreding door [de heer X.] van het overeengekomen concurrentie- en relatiebeding.
3.2
[de heer X.] concludeert in conventie tot afwijzing van de vordering met veroordeling van SQL in de kosten van de procedure. [de heer X.] voert aan (1) dat er geen spoedeisend belang is, (2) dat het concurrentie- en relatiebeding in strijd is met artikel 9a Waadi, (3) dat er geen sprake is van overtreding van het concurrentie- en relatiebeding, (4) dat als het beding al overtreden wordt, de boete gematigd moet worden tot nihil en (5) dat SQL geen schade lijdt en dat er daarom geen grond is voor een schadevergoeding.
3.3
[de heer X.] vordert in reconventie (1) schorsing van het concurrentie- en relatiebeding en (2) veroordeling van SQL tot betaling van (a) een bonus van bruto € 5.076,00, (b) € 2.632,00 bruto aan vakantietoeslag en (c) € 2.939,15 bruto aan vakantiedagen, met veroordeling van SQL in de kosten van de procedure.
4. De beoordeling
in conventie
spoedeisendheid
4.1
Het gaat in deze zaak samenvattend om de vraag of [de heer X.] het in 2010 overeengekomen concurrentie- en relatiebeding schendt. SQL stelt zich op het standpunt dat dit zo is en dat er momenteel (omdat [de heer X.] bij Sator werkt) sprake is van een onrechtmatige situatie waaraan volgens SQL een einde moet komen. SQL heeft een spoedeisendheid belang bij beantwoor-ding van de vraag of hier daadwerkelijk sprake van is. SQL is daarom ontvankelijk in haar vordering.
toetsingskader
4.2
In dit kort geding moet, mede op basis van hetgeen partijen naar voren brengen, worden beoordeeld of de aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van SQL in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voor-ziening zoals gevorderd. Het volgende houdt dan ook niet meer in dan een voorlopig oor-deel over het geschil tussen partijen.
4.3
De Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) verstaat onder het ‘ter be-schikking stellen van arbeidskrachten’ ‘het tegen vergoeding ter beschikking stellen van ar-beidskrachten aan een ander voor het onder diens toezicht en leiding, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst verrichten van arbeid (artikel 1 lid 1 aanhef en onder c Waadi).
4.4
SQL heeft [de heer X.] ter beschikking gesteld aan Centric en Centric heeft [de heer X.] vervolgens ter beschikking gesteld aan Sator. [de heer X.] stond bij het verrichten van zijn werkzaamheden onder toezicht en leiding van Sator. Dit leidt de kantonrechter tot het oordeel dat sprake is van het ter beschikking stellen van een arbeidskracht ([de heer X.]) zoals bedoeld in de Waadi. Dat, zoals SQL stelt, [de heer X.] een specialist is (en dus zelfstandig de inhoud van zijn werk-zaamheden kan bepalen), wil niet per definitie zeggen dat hij niet onder toezicht en leiding van Sator kan staan.
4.5
Artikel 9a lid 1 Waadi bepaalt dat degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt geen belemmeringen in de weg mag leggen voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst na afloop van de terbeschikkingstelling tussen de ter beschikking gestelde arbeidskracht en degene aan wie hij ter beschikking is gesteld. Het tweede lid van het genoemde artikel be-paalt dat elk beding in strijd met het eerste lid in beginsel nietig is.
4.6
Het concurrentie- en relatiebeding belemmert [de heer X.] om in dienst te treden bij Sator, de-gene aan wie hij (via Centric) ter beschikking is gesteld. Het concurrentie- en relatiebeding is daarom op grond van artikel 9a Waadi nietig. SQL kan [de heer X.] naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter niet aan dit beding houden. Dit betekent dat de vorderingen van SQL in kort geding afgewezen moeten worden. Dat, zoals SQL stelt, artikel 9a Waadi niet van toepassing is op arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd (voor werknemers dus die al ‘vast werk’ hebben) en dat artikel 9a Waadi alleen ziet op uitzendovereenkomsten, blijkt niet uit de wettekst en vindt ook geen steun in de wetgeschiedenis. Dat de Nederlandse wet-gever artikel 9a Waadi ruimer heeft geformuleerd dan op grond van de Europese richtlijn vereist is kan zo zijn, maar dat betekent niet dat de ruimere uitleg van artikel 9a Waadi geen geldend recht zou zijn.
4.7
Het verdient opmerking dat artikel 9a van de Waadi in werking is getreden op 27 april 2012, terwijl de arbeidsovereenkomst tussen SQL en [de heer X.] daarvóór aangegaan is, namelijk op 23 augustus 2010. De wet waarmee artikel 9a in de Waadi geplaatst is bevat echter geen overgangsrecht, zodat de kantonrechter het ervoor houdt dat artikel 9a Waadi ook geldt voor arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan vóór 27 april 2012.
4.8
De overige verweren van [de heer X.] hoeven gelet op hetgeen hiervoor is besproken niet meer besproken te worden.
in reconventie
schorsing concurrentie- en relatiebeding
4.9
In conventie is tot het voorlopig oordeel gekomen dat het concurrentie- en relatiebeding nietig is. Voor schorsing van dit beding, zoals in reconventie door [de heer X.] gevorderd, bestaat daarom geen aanleiding.
loonvordering
4.10
[de heer X.] vordert in reconventie € 10.647,15 bruto aan een bonus, vakantietoeslag en va-kantiedagen. SQL erkent de verschuldigdheid hiervan tot een bedrag van € 9.881,28 bruto (dit blijkt uit de loonstroken die SQL bij haar brief van 8 juni 2015 heeft overgelegd, het verschil zit (met name) in het feit dat over de bonus volgens SQL geen vakantietoeslag be-rekend wordt). Het laatstgenoemde bedrag wordt toegewezen. Ook de wettelijke rente en de wettelijke verhoging zijn toewijsbaar.
4.11
Voor verrekening van het verschuldigde bedrag met kosten die (kort gezegd) zien op de lease-auto ziet de kantonrechter geen aanleiding. SQL en [de heer X.] hebben hun arbeidsover-eenkomst met wederzijds goedvinden per 31 december 2014 beëindigd. Als de kosten voor de lease-auto niet per 31 december 2014 stopgezet kunnen worden, komt dat voor risico van SQL en niet voor risico van [de heer X.].
in conventie en in reconventie
4.12
SQL is in conventie en in reconventie de (overwegend) in het ongelijk gestelde partij. Zij wordt daarom veroordeeld in de kosten van de procedure. Er wordt één punt gemach-tigdensalaris toegekend voor de reactie op de dagvaarding en één punt voor het bijwonen van de mondelinge behandeling.
5. De beslissing
De kantonrechter,
recht doende in kort geding:
wijst de vordering in conventie af;
veroordeelt SQL in reconventie om aan [de heer X.] binnen zeven dagen na het wijzen van dit vonnis te betalen € 9.881,28 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging op grond van artikel 7:625 BW van 50% en te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW vanaf de respectieve momenten waarop de in het toe te wijzen bedrag begrepen bedragen verschuldigd werden tot aan de dag van de algehele voldoening;
wijst de vordering in reconventie voor het overige af;
veroordeelt SQL in de kosten van de procedure in conventie en in reconventie, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [de heer X.] vastgesteld op € 600,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van € 300,00 per punt), te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de dag van de alge-hele voldoening.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Vlaswinkel en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
686