NJB 2016/1242:Prejudiciële procedure. Kort geding. Intrekking. Proceskosten. 1. Aanhangigheid. Ontslag van instantie. Art. 125-127 en 249-250 Rv zijn niet van toepassing op het kort geding in eerste aanleg. 2. Kosten. Indien de eiser het kort geding intrekt, komt de aanhangigheid daarvan niet te vervallen indien de gedaagde tijdig mededeelt dat het geding desondanks doorgang dient te vinden omdat hij een beslissing omtrent de proceskosten verlangt. Voor het doen van die mededeling staat hem een termijn ten dienste van veertien dagen na de datum waartegen hij was opgeroepen. 3. Overgangsmaatregel. Vorderingen tot vergoeding van proceskosten na intrekking van een kort geding kunnen aanhangig worden gemaakt binnen een termijn van drie maanden na heden