Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 197 Voor risico aangepaste waarde van zekerheid
Geldend
Geldend vanaf 08-07-2019
- Bronpublicatie:
08-03-2019, PbEU 2019, L 161 (uitgifte: 18-06-2019, regelingnummer: 2019/981)
- Inwerkingtreding
08-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2019, PbEU 2019, L 161 (uitgifte: 18-06-2019, regelingnummer: 2019/981)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Wanneer aan de in artikel 214 van deze verordening vastgestelde criteria is voldaan, is de voor risico aangepaste waarde van door middel van activa verschafte zekerheid, als bedoeld in artikel 1, punt 26, onder b), gelijk aan het verschil tussen de waarde van de als zekerheid aangehouden activa, gewaardeerd in overeenstemming met artikel 75 van Richtlijn 2009/138/EG, en de aanpassing voor marktrisico, als bedoeld in lid 5 van dit artikel, mits de volgende twee vereisten zijn vervuld:
- (a)
de verzekerings- of herverzekeringsonderneming heeft het recht (of is een begunstigde krachtens een trust waarbij de trustee het recht heeft) om bij wanbetaling, insolventie of faillissement of een andere kredietgebeurtenis betreffende de tegenpartij (het tegenpartijvereiste) de zekerheid te gelegener tijd te liquideren of te houden;
- (b)
de verzekerings- of herverzekeringsonderneming heeft het recht (of is een begunstigde krachtens een trust waarbij de trustee het recht heeft) om bij wanbetaling, insolventie of faillissement of een andere kredietgebeurtenis betreffende de bewaarnemer of een andere derde die de zekerheid namens de tegenpartij aanhoudt (het derdenvereiste) de zekerheid te gelegener tijd te liquideren of te behouden.
2.
Indien aan het tegenpartijvereiste is voldaan en aan de criteria als vastgesteld in artikel 214 van deze verordening is voldaan en niet aan het derdenvereiste is voldaan, is de voor risico aangepaste waarde van als zekerheid verschafte activa, als bedoeld in artikel 1, lid 26, onder b), van deze verordening gelijk aan 90 % van het verschil tussen de de waarde van de als zekerheid aangehouden activa overeenkomstig artikel 75 van Richtlijn 2009/138/EG en de aanpassing voor marktrisico als bedoeld in lid 5 van dit artikel.
3.
Indien niet aan het tegenpartijvereiste is voldaan of niet aan de vereisten in artikel 214 is voldaan, bedraagt de voor risico aangepaste waarde van als zekerheid verschafte activa, als bedoeld in artikel 1, lid 26, onder b), nul.
4.
De voor risico aangepaste waarde van een zekerheid waarvan de volledige eigendom is overgedragen, als bedoeld in artikel 1, lid 26, onder a), van deze verordening is gelijk aan het verschil tussen de waarde van de als zekerheid aangehouden activa, gewaardeerd overeenkomstig artikel 75 van Richtlijn 2009/138/EG, en de aanpassing voor marktrisico, als bedoeld in lid 5 van dit artikel, mits de vereisten in artikel 214 van deze verordening zijn vervuld.
5.
De aanpassing voor marktrisico is het verschil tussen de volgende kapitaalvereisten:
- (a)
het hypothetische kapitaalvereiste voor marktrisico van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming dat zou gelden als de als zekerheid aangehouden activa niet in de berekening zouden worden meegeteld;
- (b)
het hypothetische kapitaalvereiste voor marktrisico van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming dat zou gelden als de als zekerheid aangehouden activa in de berekening zouden worden meegeteld.
6.
Voor de toepassing van lid 5 wordt het valutarisico van de als zekerheid aangehouden activa berekend door de valuta van de als zekerheid aangehouden activa met de valuta van de overeenkomstige blootstelling te vergelijken.
7.
Wanneer in geval van insolventie van de tegenpartij bij de bepaling van het proportionele aandeel van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming in de insolvente boedel van de tegenpartij dat de zekerheid overtreft, geen rekening wordt gehouden met het feit dat de onderneming de zekerheid ontvangt, bedragen de factoren F, F′, F′′ en F′′′ als bedoeld in artikel 192, leden 2 tot en met 3 quater, telkens 100 %. In alle overige gevallen bedragen deze factoren, respectievelijk, 50 %, 18 %, 16 % en 90 %.