Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting
Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/5.2.4:5.2.4 Deelneming in de vorm van opties
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/5.2.4
5.2.4 Deelneming in de vorm van opties
Documentgegevens:
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS591003:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In het voorgaande werd duidelijk dat toepassing van de deelnemingsvrijstelling aan de orde komt, indien er, naast het verstrekken van de gelden ex BNB 1988/217, een kwalificerende aandeelhoudersband bestaat. Zonder deze formele aandeelhoudersband lijkt toepassing van de deelnemingsvrijstelling niet aan de orde te kunnen komen. Na HR 22 november 2002, BNB 2003/34, beter bekend als het Falconarrest, is
als houdster van de aandelen ener dochteronderneming bestaande verhouding aan deze een voordeel in geld of goederen doet toekomen, dat zij onder gelijke omstandigheden aan een van haar onafhankelijke
het mijns inziens verdedigbaar te stellen dat de deelnemingsvrijstelling van toepassing kan zijn op een schijnvordering, deelnemerschapsvordering of bodemlozeputvordering ‘onder de vleugels van’ een kwalificerend optiepakket. Uit het Falconarrest blijkt namelijk dat opties – als pseudoaandelen – kunnen kwalificeren als een deelneming. Andere (informele) kapitaalverstrekkingen kunnen mijns inziens op dit feit meeliften. Ingevolge art. 13, lid 3, onderdeel b zou hetzelfde moeten gelden voor hybride vorderingen.