Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/5.1
5.1 Inleiding
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS585145:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Hybride leningen kunnen ook hun repercussies hebben op andere bepalingen in de vennootschapsbelasting. Sommige daarvan zijn bedoeld en andere niet. Bij bedoelde interactie valt te denken aan de uitbreiding van art. 10a, art. 15ad, art. 13c, de gevolgen van het verstrekken van een hybride lening voor het opgeofferde bedrag, art. 13d, lid 2, onderdeel d en art. 15ac. Ten slotte wijs ik op art.10d, waarin de wetgever er bewust voor kiest om art. 10, lid 1, onderdeel d slechts ten dele te laten doorwerken. Een beschouwing van deze en andere samenloopperikelen valt buiten het bestek van dit onderzoek. Hiertoe verwijs ik naar Niekel, S.F.M.; De Gunst, H. & Van der Linde, A.C.; Hybride leningen: kanttekeningen bij het nieuwe art. 10, eerste lid, onderdeel d, Wet VpB 1969 en andere daarmee verband houdende wijzigingen en onderwerpen, FED 2002/ 117, van Eijsden, J.A.R; Enkele gevolgen van het gelijkschakelen van een hybride schuldvordering met een deelneming, WFR 2002/170, Bobeldijk, A.C.P.; Over hybride vorderingen en de samenloop met de deelnemingsvrijstelling – ook na de derde Veegwet is de wetgever nog niet uitgeveegd, MBB 2002/309, Bobeldijk, A.C.P. & Hofman, A.W.; Samenloop fiscale eenheid en hybride leningen, WFR 2003/1117, Bobeldijk, A.C.P.; De samenloop van de regelingen voor de juridische fusie en de hybride leningen, WFR 2003/1475 en Brandsma, R.P.C.W.M.; Hybride leningen (verstrekt aan lichamen), Fiscale monografieën nr. 106, Kluwer, Deventer, 2003, o.a. blz. 166, 197-199 en blz. 205.
In de hoofdstukken 3 en 4 ben ik uitgebreid ingegaan op jurisprudentieel geherkwalificeerde leningen (hoofdstuk 3) en hybride leningen (hoofdstuk 4). In deze hoofdstukken heb ik de desbetreffende jurisprudentie en wetgeving geanalyseerd en de in hoofdstuk 1 beschreven primaire toets uitgevoerd. In dit hoofdstuk houd ik mij bezig met het uitvoeren van de secundaire toets. De verschillende renteaftrekbeperking kunnen namelijk hun uitwerking hebben op andere regelingen en belastingen. Voorts bestaat de mogelijkheid dat aftrekbeperkingen doorwerken naar internationale belastingverdragen of interfereren met EU-recht. Het in hoofdstuk 1 beschreven doel van dit onderzoek is te komen tot een welgefundeerde oplossing/afweging voor een evenwichtig stelsel van de fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen. Hiervoor is het niet voldoende om alleen de primaire toets uit te voeren. Daarom ga ik in dit hoofdstuk kort in op de uitwerking van de besproken renteaftrekbeperkingen op:
de deelnemingsvrijstelling (paragaaf 5.2 en 5.3);
de dividendbelasting (paragraaf 5.4 en 5.5);
de internationale verdragen ter voorkoming van dubbele belasting (paragraaf 5.6); en
EU-recht (paragraaf 5.7).1
In paragraaf 5.8 ga ik in op de door de staatssecretaris in het wetsvoorstel ‘Werken aan winst’ voorgestelde wijzigingen ten aanzien de toepasselijkheid van de deelnemingsvrijstelling op deelnemerschapsleningen. Ik sluit dit hoofdstuk af in paragraaf 5.9 af met een samenvatting en conclusie.