NJ 2012/228
Griffierecht. Niet-tijdige betaling griffierecht; apparaatsfout?; ‘hardheidsclausule’; ontvankelijkheid cassatieberoep.
HR 10-02-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU5603
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 februari 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, F.B. Bakels, W.D.H. Asser, G. Snijders
- Zaaknummer
11/00531
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BU5603
- JCDI
JCDI:ADS127472:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU5603, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑02‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU5603, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑01‑2011
- Wetingang
Essentie
Griffierecht. Niet-tijdige betaling griffierecht; apparaatsfout?; ‘hardheidsclausule’; ontvankelijkheid cassatieberoep.
In cassatie worden partijen in alle gevallen vertegenwoordigd door een advocaat. Deze moet op grond van zijn deskundigheid en kennis ten aanzien van de procedure in cassatie zonder meer geacht worden op de hoogte te zijn van de hier aan de orde zijnde termijn waarbinnen het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan en van de verstrekkende gevolgen die de wet verbindt aan overschrijding daarvan. Dat de advocaat van de man niet tijdig een nota griffierecht en evenmin een herinnering of een aanmaning tot betaling van het griffierecht heeft ontvangen, en dus evenmin ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.