Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/347
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht, procesrecht. Geding na cassatie en verwijzing door HR 2 mei 2014, ECLI:NL:HR:2014:1056, NJ 2014/250. Weigering integriteitsverklaring onrechtmatig? Werknemer niet integer in de zin van de toepasselijke Integriteitscode?
HR 10-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:410
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 maart 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/01087
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:410, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:131, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2017
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht, procesrecht. Geding na cassatie en verwijzing door HR 2 mei 2014, ECLI:NL:HR:2014:1056, NJ 2014/250. Weigering integriteitsverklaring onrechtmatig? Werknemer niet integer in de zin van de toepasselijke Integriteitscode?
Partij(en)
[eiser], eiser tot cassatie, adv.: mr. M.J. van Basten Batenburg,
tegen
ABN AMRO Bank N.V., te Amsterdam, verweerster in cassatie, adv.: mr. J.P. Heering.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T. Hartlief:
1. Feiten
1.1
In cassatie kan worden uitgegaan van de volgende feiten.1.
1.2
[eiser] is vanaf 1 oktober 1974 tot 1 mei 2005 bij ABN AMRO in dienst ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.