Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/340
Franchiseovereenkomst. Handelt franchisegever onrechtmatig door rapport met onjuiste prognoses aan wederpartij te verschaffen?; wetenschap van onjuistheid vereist?
HR 24-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:311
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 februari 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/04399
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:311, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1117, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑09‑2015
- Wetingang
Art. 6:162, 6:170, 6:171, 6:172 BW
Essentie
Franchiseovereenkomst. Handelt franchisegever onrechtmatig door rapport met onjuiste prognoses aan wederpartij te verschaffen?; wetenschap van onjuistheid vereist?
In het arrest Paalman/Lampenier (HR 25 januari 2002, NJ 2003/31, m.nt. J.B.M. Vranken) heeft de Hoge Raad overwogen dat de franchisegever die een rapport over de te verwachten omzet en de te verwachten winst aan zijn wederpartij verschaft, onder omstandigheden onrechtmatig handelt, indien hij weet dat dit rapport ernstige fouten bevat en hij zijn wederpartij niet op deze fouten opmerkzaam maakt. Deze regel ziet op het geval waarin de franchisegever het onderzoek en het opstellen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.