NJ 2014/250
Bank schadeplichtig jegens oud-werknemer wegens weigering afgifte integriteitsverklaring op grond van Integriteitscode banken?; weigering ten onrechte?; maatstaf; onbegrijpelijk oordeel.
HR 02-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1056, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 mei 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/02964
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Noot
Red. Aant.
- JCDI
JCDI:ADS127850:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1056, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑05‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:108, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑05‑2013
- Wetingang
Essentie
Bank schadeplichtig jegens oud-werknemer wegens weigering afgifte integriteitsverklaring op grond van Integriteitscode banken?; weigering ten onrechte?; maatstaf; onbegrijpelijk oordeel.
Het hof diende, bij beantwoording van de vraag of de bank afgifte van de op de voet van de Integriteitscode van de Nederlandse Vereniging van Banken verzochte verklaring mocht weigeren, de relevante gedragingen van haar oud-werknemer niet alleen op zichzelf, maar mede in onderlinge samenhang te beoordelen. Daarbij gaat het niet alleen om de gedragingen die het hof in zijn eindarrest bewezen heeft geacht, maar ook om de gedragingen die het hof in zijn eerste tussenarrest heeft aangemerkt als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.