Wijzigingswet Wetboek van Strafvordering enz. (verruiming mogelijkheden tot opsporing en vervolging van terroristische misdrijven)
Artikel II
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2007
- Bronpublicatie:
20-11-2006, Stb. 2006, 580 (uitgifte: 30-11-2006, kamerstukken: 30164)
- Inwerkingtreding
01-02-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2006, Stb. 2006, 731 (uitgifte: 01-01-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:
- A.
In artikel 46, eerste lid, vervalt ‘kennelijk’.
- Aa.
In artikel 83, onder 3°, wordt ‘artikel 33a van de Wet explosieven voor civiel gebruik’ vervangen door: artikel 33b van de Wet explosieven voor civiel gebruik.
- B.
In artikel 135 wordt ‘kennis dragende van een samenspanning tot een der in de artikelen 92–95a, 102 of 121 bedoelde misdrijven’ vervangen door ‘kennis dragende van een strafbare samenspanning’ en wordt ‘een jaar of geldboete van de derde categorie’ vervangen door: twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
- C.
In artikel 136, eerste lid, wordt na ‘een der in Titel VII van dit Boek omschreven misdrijven’ ingevoegd ‘dan wel een terroristisch misdrijf’ en wordt ‘zes maanden of geldboete van de derde categorie’ vervangen door: een jaar of geldboete van de vierde categorie.
- D.
Artikel 189 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het eerste lid, onderdeel 1°, wordt ‘vervolgd wordt ter zake van’ vervangen door: verdachte is van.
- 2.
Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2
In het geval het misdrijf, bedoeld in het eerste lid, een terroristisch misdrijf betreft, kan een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie worden opgelegd.