Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2023/2225 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2008/48/EG
Artikel 26 Herroepingsrecht
Geldend
Geldend vanaf 19-11-2023
- Bronpublicatie:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2225 (uitgifte: 30-10-2023, regelingnummer: 2023/2225)
- Inwerkingtreding
19-11-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-10-2023, PbEU L 2023, 2023/2225 (uitgifte: 30-10-2023, regelingnummer: 2023/2225)
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Informatierecht / ICT
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de consument de kredietovereenkomst binnen een termijn van 14 kalenderdagen zonder opgave van redenen kan herroepen.
De in de eerste alinea bedoelde termijn waarbinnen een overeenkomst kan worden herroepen, gaat in hetzij:
- a)
met ingang van de dag van de sluiting van de kredietovereenkomst, of
- b)
met ingang van de dag waarop de consument de contractuele voorwaarden en de informatie overeenkomstig de artikelen 20 en 21 ontvangt, als die dag later valt dan de in punt a) van deze alinea bedoelde datum.
De in de eerste alinea bedoelde termijn wordt geacht te zijn nageleefd indien de in lid 5, eerste alinea, punt a), bedoelde kennisgeving vóór het verstrijken van die termijn door de consument wordt verzonden naar de kredietgever.
2.
Indien de consument de contractvoorwaarden en de informatie overeenkomstig de artikelen 20 en 21 niet heeft ontvangen, verstrijkt de herroepingstermijn in elk geval 12 maanden en 14 dagen na de sluiting van de kredietovereenkomst. Dit is niet van toepassing indien consumenten niet overeenkomstig artikel 21, lid 1, eerste alinea, punt p), over hun herroepingsrecht zijn geïnformeerd.
3.
In het geval van een gelieerde kredietovereenkomst voor de aankoop van een product dat onder een teruggavebeleid valt met volledige terugbetaling gedurende een bepaalde periode van meer dan 14 kalenderdagen, wordt het herroepingsrecht verlengd in overeenstemming met de duur van dat teruggavebeleid.
4.
Indien voor een gelieerde kredietovereenkomst nationale wetgeving op 19 november 2023 reeds voorschrijft dat de gelden de consument niet ter beschikking gesteld kunnen worden vóór het verstrijken van een specifieke periode, kunnen de lidstaten, in afwijking van lid 1, bepalen dat de in dat lid bedoelde periode op uitdrukkelijk verzoek van de consument kan worden verkort tot deze specifieke periode.
5.
Indien consumenten van het herroepingsrecht gebruikmaken, treffen zij de volgende maatregelen:
- a)
zij stellen de kredietgever vóór het verstrijken van de in lid 1 van dit artikel bedoelde termijn hiervan in kennis conform de informatie die door de kredietgever op grond van artikel 21, lid 1, eerste alinea, punt p), op papier of op een andere door de consument gekozen en in de kredietovereenkomst gespecificeerde duurzame drager is verstrekt;
- b)
zij betalen de kredietgever zonder onnodige vertraging en in elk geval uiterlijk binnen 30 kalenderdagen nadat zij de in punt a) bedoelde kennisgeving hebben gestuurd, het kapitaal en de op dit kapitaal lopende rente, vanaf de datum waarop het krediet is opgenomen tot de datum waarop het kapitaal wordt terugbetaald.
De in de eerste alinea, punt b), bedoelde verschuldigde debetrente wordt berekend aan de hand van de overeengekomen debetrentevoet. De kredietgever heeft bij herroeping geen recht op enige andere vergoeding van de consument, met uitzondering van de vergoeding voor niet voor terugbetaling in aanmerking komende kosten die de kredietgever aan een overheidsorgaan heeft betaald.
6.
Indien door de kredietgever of een derde partij op grond van een overeenkomst tussen die derde partij en de kredietgever een nevendienst in verband met de kredietovereenkomst wordt verricht, zijn consumenten die hun herroepingsrecht met betrekking tot de kredietovereenkomst uitoefenen overeenkomstig dit artikel, niet langer aan de nevendienst gebonden.
7.
Indien de consument overeenkomstig de leden 1, 5 en 6 van dit artikel een herroepingsrecht heeft, zijn de artikelen 6 en 7 van Richtlijn 2002/65/EG niet van toepassing.
8.
De lidstaten kunnen bepalen dat de leden 1 tot en met 6 van dit artikel niet van toepassing zijn op kredietovereenkomsten die volgens de nationale wetgeving door tussenkomst van een notaris moeten worden gesloten, mits de notaris verklaart dat de consument de bij de artikelen 10, 11, 20 en 21 vastgestelde rechten geniet.
9.
Dit artikel doet geen afbreuk aan nationale wetgeving houdende vaststelling van een termijn waarbinnen de uitvoering van de overeenkomst geen aanvang kan nemen.