Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang van de veiligheid van de luchtvaart 'EUROCONTROL'
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 8. Oorspronkelijk art. 7 vernummerd tot art. 6.
- Bronpublicatie:
12-02-1981, Trb. 1981, 182 (uitgifte: 01-01-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-01-1986, Trb. 1986, 10 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De beschikkingen worden door de Commissie met algemene stemmen van de Verdragsluitende Partijen gegeven en zijn voor deze bindend. Indien een Verdragsluitende Partij de Commissie evenwel mededeelt dat zij door dwingende redenen van nationaal belang verhinderd is gevolg te geven aan een met algemene stemmen gegeven beschikking op de in artikel 2, lid 1 (b) en (c), genoemde gebieden, kan zij van bedoelde beschikking afwijken mits zij de beweegredenen voor deze afwijking aan de Commissie uiteenzet. Binnen zes maanden na deze mededeling herziet de Commissie haar voorheen genomen beschikking, of besluit zij of aan de afwijking bepaalde voorwaarden of grenzen gesteld moeten worden. In beide gevallen vereist de door de Commissie te nemen beslissing eenparigheid van stemmen van de Verdragsluitende Partijen.
2.
De Commissie beslist over de in artikel 6, lid 2 (a), 6, lid 3, en 11, lid 3, bedoelde maatregelen met eenparigheid van de uitgebrachte stemmen.
3.
Behoudens andersluidende bepalingen vereisen de richtlijnen en maatregelen in de in artikel 6, lid 1, (b), en 6, lid 4, bedoelde gevallen een meerderheid van stemmen in de Commissie met dien verstande dat:
- —
deze stemmen worden gewogen met inachtneming van onderstaand artikel 8;
- —
deze stemmen de meerderheid van de stemuitbrengende Verdragsluitende Partijen moeten vertegenwoordigen.
4.
De in artikel 6, lid 2 (b), bedoelde maatregelen worden door de Commissie overeenkomstig bovenstaand lid 3 genomen, met dien verstande dat de volgens dit lid berekende meerderheid 70% van de uitgebrachte gewogen stemmen moet bedragen.
5.
Aanbevelingen van de Commissie vereisen de meerderheid van stemmen van de Verdragsluitende Partijen.