Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven
Artikel 41 Wijzigingen
Geldend
Geldend vanaf 01-09-1993
- Bronpublicatie:
08-11-1990, Trb. 1990, 172 (uitgifte: 13-12-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-1993, Trb. 1993, 88 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
1.
Wijzigingen op deze Overeenkomst kunnen door iedere Partij worden voorgesteld; deze worden door de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa medegedeeld aan de lidstaten van de Raad van Europa en aan alle niet-lidstaten die tot deze Overeenkomst zijn toegetreden of zijn uitgenodigd hiertoe toe te treden overeenkomstig de bepalingen van artikel 37.
2.
Een wijziging die door een Partij is voorgesteld, wordt medegedeeld aan de Europese Commissie voor strafrechtelijke vraagstukken, die haar mening over de voorgestelde wijziging voorlegt aan het Comité van Ministers.
3.
Het Comité van Ministers bestudeert de voorgestelde wijziging en de mening van de Europese Commissie voor strafrechtelijke vraagstukken en kan de wijziging aannemen.
4.
De tekst van een door het Comité van Ministers in overeenstemming met het derde lid van dit artikel aangenomen wijziging wordt aan de Partijen toegezonden ter aanvaarding.
5.
Een in overeenstemming met het derde lid van dit artikel aangenomen wijziging wordt van kracht op de dertigste dag nadat alle Partijen de Secretaris-Generaal van hun aanvaarding in kennis hebben gesteld.