Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven
Artikel 38 Territoriale toepasselijkheid
Geldend
Geldend vanaf 01-09-1993
- Bronpublicatie:
08-11-1990, Trb. 1990, 172 (uitgifte: 13-12-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-1993, Trb. 1993, 88 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
1.
Iedere Staat kan op het tijdstip van ondertekening of bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding het gebied of de gebieden aangeven waarop deze Overeenkomst van toepassing zal zijn.
2.
Iedere Staat kan te allen tijde daarna, door middel van een verklaring gericht aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa, de toepasselijkheid van deze Overeenkomst uitbreiden tot een ander in die verklaring genoemd gebied. Ten aanzien van dat gebied treedt de Overeenkomst in werking op de eerste dag van de maand die volgt na het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van ontvangst van de verklaring door de Secretaris-Generaal.
3.
Een krachtens de twee voorgaande leden afgelegde verklaring kan, ten aanzien van een in die verklaring genoemd gebied, worden ingetrokken door middel van een kennisgeving gericht aan de Secretaris-Generaal. De intrekking wordt van kracht op de eerste dag van de maand die volgt na het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de Secretaris-Generaal.