Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling zeevisserij
Artikel 78a Instandhoudings- en controlematregelen in SPRFMO-gebied
Geldend
Geldend vanaf 24-06-2021
- Bronpublicatie:
18-06-2021, Stcrt. 2021, 31759 (uitgifte: 23-06-2021, regelingnummer: WJZ/ 21154606)
- Inwerkingtreding
24-06-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-06-2021, Stcrt. 2021, 31759 (uitgifte: 23-06-2021, regelingnummer: WJZ/ 21154606)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 9, 10, 20, 22, vijfde lid, 23, tweede tot en met vierde lid en 41, eerste en tweede lid, van verordening 2018/975.
2.
Het is niet toegestaan de visserij, bedoeld in de artikelen 12, eerste lid, 13, eerste lid, of 18, eerste lid, van verordening 2018/975 te verrichten zonder voorafgaande toelating van de regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO).
3.
Het is verboden bodemvisserij als bedoeld in artikel 4, punt 7, van verordening 2018/975 te bedrijven:
- a.
binnen vijf zeemijl van een locatie in het SPRFMO-verdragsgebied waar het aantal contacten de op grond van artikel 14, eerste lid, van verordening 2018/975 vastgestelde maximumniveaus overschrijdt, of
- b.
indien het vereiste minimum aan gegevens inzake vissersvaartuigidentificatie zoals beschreven in bijlage V bij verordening 2018/975 niet is verstrekt.
4.
Als havens als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van verordening 2018/975, worden aangewezen de havens die zijn vermeld in bijlage 2 B met uitzondering van Den Helder.
5.
Als contactpunt als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b en c, en artikel 40, eerste lid, van verordening 2018/975, wordt aangewezen de meldkamer van de NVWA te Echt.