Einde inhoudsopgave
Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 16-02-2005
- Bronpublicatie:
11-12-1997, Trb. 1999, 110 (uitgifte: 02-07-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-02-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-01-2005, Trb. 2005, 1 (uitgifte: 05-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Hierbij wordt een mechanisme voor schone ontwikkeling ingesteld.
2.
Het doel van het mechanisme voor schone ontwikkeling is het helpen van de niet in Bijlage I opgenomen Partijen bij het realiseren van duurzame ontwikkeling en het leveren van een bijdrage aan het uiteindelijke doel van het Verdrag, en het helpen van in Bijlage I opgenomen Partijen bij het nakomen van hun gekwantificeerde verplichtingen inzake emissiebeperking en -reductie uit hoofde van artikel 3.
3.
Ingevolge het mechanisme voor schone ontwikkeling:
- a.
profiteren de niet in Bijlage I opgenomen Partijen mee van projectactiviteiten die resulteren in gecertificeerde emissiereducties; en
- b.
kunnen de in Bijlage I opgenomen Partijen gecertificeerde emissiereducties die voortvloeien uit dergelijke projectactiviteiten aanwenden om bij te dragen tot de nakoming van een deel van hun gekwantificeerde verplichtingen inzake emissiebeperking en -reductie ingevolge artikel 3, zoals bepaald door de Conferentie van de Partijen waarin de Partijen bij dit Protocol bijeenkomen.
4.
Het mechanisme voor schone ontwikkeling is onderworpen aan het gezag en de richtlijnen van de Conferentie van de Partijen waarin de Partijen bij dit Protocol bijeenkomen en staat onder toezicht van de raad van bestuur van het mechanisme voor schone ontwikkeling.
5.
De uit elke projectactiviteit voortvloeiende emissiereducties worden gecertificeerd door operationele instellingen die worden aangewezen door de Conferentie van de Partijen waarin de Partijen bij dit Protocol bijeenkomen, op basis van:
- a.
vrijwillige, door elke betrokken Partij goedgekeurde, deelname;
- b.
feitelijke, meetbare en lange-termijnvoordelen, gerelateerd aan de beperking van klimaatverandering; en
- c.
extra emissie-reducties ten opzichte van die welke zouden zijn opgetreden zonder de gecertificeerde projectactiviteit.
6.
Het mechanisme voor schone ontwikkeling geeft waar nodig hulp bij het verkrijgen van financiering van gecertificeerde projectactiviteiten.
7.
De Conferentie van de Partijen waarin de Partijen bij dit Protocol bijeenkomen, stelt tijdens haar eerste zitting modaliteiten en procedures vast met het doel transparantie, doelmatigheid en verantwoording te garanderen via onafhankelijke financiële controle en verificatie van projectactiviteiten.
8.
De Conferentie van de Partijen waarin de Partijen bij dit Protocol bijeenkomen, garandeert dat een deel van de opbrengsten van gecertificeerde projectactiviteiten wordt aangewend ter dekking van administratieve uitgaven en om Partijen die ontwikkelingslanden zijn en die in het bijzonder kwetsbaar zijn voor de nadelige gevolgen van klimaatverandering te helpen de kosten van aanpassing op te brengen.
9.
Bij deelname ingevolge het mechanisme voor schone ontwikkeling, waaronder deelname aan de in het derde lid, letter a, genoemde activiteiten en aan de overname van gecertificeerde emissiereducties, kunnen particuliere en/of publieke instellingen zijn betrokken; deze deelname is onderworpen aan eventuele door de raad van bestuur van het mechanisme voor schone ontwikkeling gegeven richtlijnen.
10.
Gecertificeerde emissiereducties die in de periode vanaf het jaar 2000 tot aan het begin van de eerste verbintenisperiode zijn gerealiseerd, kunnen worden aangewend om bij te dragen tot de nakoming van de verplichtingen in de eerste verbintenisperiode.