Einde inhoudsopgave
Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 16-02-2005
- Bronpublicatie:
11-12-1997, Trb. 1999, 110 (uitgifte: 02-07-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-02-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-01-2005, Trb. 2005, 1 (uitgifte: 05-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het Hulporgaan voor wetenschappelijk en technologisch advies en het Hulporgaan inzake de uitvoering, ingesteld bij de artikelen 9 en 10 van het Verdrag, doen dienst als respectievelijk het Hulporgaan voor wetenschappelijk en technologisch advies en het Hulporgaan inzake de uitvoering van dit Protocol. De bepalingen inzake het functioneren van deze twee organen uit hoofde van het Verdrag zijn van overeenkomstige toepassing op dit Protocol. Zittingen van de bijeenkomsten van het Hulporgaan voor wetenschappelijk en technologisch advies en het Hulporgaan inzake de uitvoering van dit Protocol worden samen met de bijeenkomsten van respectievelijk het Hulporgaan voor wetenschappelijk en technologisch advies en het Hulporgaan inzake de uitvoering van het Verdrag gehouden.
2.
Partijen bij het Verdrag die geen Partij zijn bij dit Protocol kunnen als waarnemer deelnemen aan de zittingen van de hulporganen. Wanneer de hulporganen fungeren als hulporganen van dit Protocol, kunnen beslissingen uit hoofde van dit Protocol enkel worden genomen door hen die Partij zijn bij dit Protocol.
3.
Wanneer de bij de artikelen 9 en 10 van het Verdrag ingestelde hulporganen hun functie uitoefenen inzake aangelegenheden met betrekking tot dit Protocol wordt een lid van de Bureaus van die hulporganen dat een Partij bij het Verdrag vertegenwoordigt die op dat moment geen Partij bij dit Protocol is, vervangen door een extra door en uit de Partijen bij dit Protocol te kiezen lid.