RFR 2009, 78
Kinderontvoering. Strafrecht. Wat is de betekenis van een buitenlandse uitspraak over gezag bij de beoordeling of sprake is van onttrekking aan het gezag ex art. 279 Sr?
HR 21-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG8951
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01704/07
- Conclusie
A-G Schipper
- LJN
BG8951
- JCDI
JCDI:ADS872645:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Personen- en familierecht / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BG8951, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BG8951, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2008
- Wetingang
Essentie
Strafrecht. Kinderontvoering.
Wat is de betekenis van een buitenlandse uitspraak over gezag bij de beoordeling of sprake is van onttrekking aan het gezag ex art. 279 Sr?
Samenvatting
Uit het huwelijk van de verdachte en diens echtgenote is in 1988 in Iran een minderjarige geboren. Na omzwervingen wordt de minderjarige in 1991 ondergebracht bij een Canadees echtpaar in Toronto. De echtgenote van de verdachte is buiten beeld. De verdachte is in 1992 Nederland binnen gekomen. Aan het verblijf van de minderjarige bij het Canadese echtpaar lag geen juridische titel ten grondslag. De verdachte heeft de minderjarige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.