V-N 2024/8.6:Premiedeel ouderenkorting voor niet-inwoners volgens A-G op dezelfde wijze berekend als het IB-deel

V-N 2024/8.6

Premiedeel ouderenkorting voor niet-inwoners volgens A-G op dezelfde wijze berekend als het IB-deel

Documentgegevens:

HR 19-01-2024, ECLI:NL:PHR:2024:79, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad (Parket)
Datum: 19 januari 2024
Zaaknummer: 23/04137
Conclusie: A-G Koopman
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS944511:1
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Premieheffing / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2024:79, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑01‑2024
Wetingang: art. 12 lid 3 Wfsv; art. 2.7, 8.10, 8.11, 8.14a en 8.17 Wet IB 2001; art. 2.6a Regeling Wfsv

Essentie

A-G Koopman is van mening dat voor een niet-inwoner van Nederland die (een deel van het jaar) premieplichtig is in Nederland het premiedeel van de ouderenkorting niet anders wordt berekend dan het IB-deel.

Samenvatting

X is geboren in 1952 en woont in 2021 in Polen. Hij is een buitenlandse belastingplichtige en ontvangt een AOW-uitkering van € 7991. Zijn niet in Nederland belastbare inkomsten bedragen € 47.762. Niet in geschil is dat X van 1 januari 2021 tot en met 23 juli 2021 premieplichtig is voor de volksverzekeringen in Nederland. De heffingskortingen voor de premie volksverzekeringen zijn na bezwaar als volgt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.