Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/118
Onvoldoende bewijs opzetheling.
HR 16-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3631
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 december 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/00341
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3631, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2297, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑10‑2014
Essentie
Onvoldoende bewijs opzetheling.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 20 december 2013, nummer 21/001486-12, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. M.J. Lamers, te Utrecht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1.
Het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, heeft bij arrest van 20 december 2013 de verdachte ter zake van 1. subsidiair en 2. telkens “opzetheling” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van een maand. Voorts bevat het arrest enkele bijkomende beslissingen.
2.
Namens de verdachte heeft R. Jansen, administratief ambtenaar bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.