Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/124
Reproductierecht. Begrip ‘parodie’. Autonoom Unierechtelijk begrip.
HvJ EU 03-09-2014, ECLI:EU:C:2014:2132 (Deckmyn/Vandersteen)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie (Grote kamer)
- Datum
3 september 2014
- Magistraten
V. Skouris, K. Lenaerts, R. Silva de Lapuerta, M. Ilešič, L. Bay Larsen, A. Borg Barthet, M. Safjan, A. Rosas, G. Arestis, D. Šváby, A. Prechal, C. Vajda, S. Rodin
- Zaaknummer
C-201/13
- Conclusie
A-G P. Cruz Villalón
- Roepnaam
Deckmyn/Vandersteen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2014:2132, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie (Grote kamer), 03‑09‑2014
ECLI:EU:C:2014:900, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2014
Essentie
Johan Deckmyn tegen Helena Vandersteen c.s.
Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitleg van artikel 5 van richtlijn 2001/29/EG betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij.
Reproductierecht. Begrip ‘parodie’. Autonoom Unierechtelijk begrip.
Artikel 5, lid 3, onder k, van Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij moet aldus worden uitgelegd dat het in deze bepaling vervatte begrip ‘parodie’ een autonoom Unierechtelijk begrip ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.