Einde inhoudsopgave
Regeling wapens en munitie
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Redactionele toelichting
In de Staatscourant is het artikelopschrift niet gepubliceerd.
- Bronpublicatie:
16-04-2014, Stcrt. 2014, 11933 (uitgifte: 30-04-2014, regelingnummer: 492552)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, Stcrt. 2014, 11933 (uitgifte: 30-04-2014, regelingnummer: 492552)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
1.
Het voorschrift, bedoeld in artikel 4, eerste lid, kan uitsluitend betrekking hebben op:
- a.
een korte wapenstok als bedoeld in artikel 12 van het Aanwijzingsbesluit bewapening en uitrusting politie 2013;
- b.
een pistool als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a of b, van het Aanwijzingsbesluit bewapening en uitrusting politie 2013;
- c.
de munitie als bedoeld in artikel 3 van het Aanwijzingsbesluit bewapening en uitrusting politie 2013;
- d.
pepperspray als bedoeld in artikel 6 van het Aanwijzingsbesluit bewapening en uitrusting politie 2013;
- e.
andere wapens en munitie dan genoemd onder a tot en met d.
2.
Indien het voorschrift betrekking heeft op een pistool als bedoeld in het eerste lid, onder b, of pepperspray als bedoeld in het eerste lid, onder d, geldt als voorwaarde dat het pistool wordt gedragen in een daarbij horend holster als bedoeld in artikel 7 van het Aanwijzingsbesluit bewapening en uitrusting politie 2013 onderscheidenlijk dat pepperspray wordt gedragen in een draagmiddel als bedoeld in artikel 6a van het Aanwijzingsbesluit bewapening en uitrusting politie 2013.