V-N 2020/53.25
Zitting per ‘video-bellen’ of per telefoon kan in coronatijd door de beugel
HR 25-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1509, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 september 2020
- Magistraten
Streefkerk, De Groot, Tanja-van den Broek, Kroeze, Lock
- Zaaknummer
20/01583
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS237184:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1509, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑09‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:705, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑05‑2020
- Wetingang
art. 8:56 Awb
Essentie
De Hoge Raad spreekt zich uit over het recht op fysieke aanwezigheid van een zitting in coronatijd.
Samenvatting
X stelt cassatieberoep in tegen een beslissing van Rechtbank Oost-Brabant in een civiele zaak over een crisismaatregel van een burgemeester in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. X is door de rechtbank alleen in de gelegenheid gesteld telefonisch te worden gehoord in haar zaak. X stelt dat dit in strijd is met het EVRM.
De Hoge Raad spreekt zich uit over het recht op fysieke aanwezigheid van een zitting in coronatijd. De rechter moet met het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.