Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 3.67 (provinciale taak exoten en verwilderde dieren)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-12-2020, Stb. 2021, 22 (uitgifte: 21-01-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Gedeputeerde staten dragen zorg voor het uitvoeren van uitroeiingsmaatregelen, beheersmaatregelen en herstelmaatregelen als bedoeld in de artikelen 17, 19 en 20 van de invasieve-exoten-basisverordening met betrekking tot de in bijlage VC genoemde soorten.
2.
Bestrijding van uitheemse dieren, niet behorende tot de in bijlage VC genoemde soorten, en bestrijding van verwilderde dieren vindt alleen plaats als dat nodig is:
- a.
in het belang van de bescherming van de wilde flora en fauna en van de instandhouding van de natuurlijke habitats;
- b.
voor het voorkomen van ernstige schade aan met name gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden en wateren en andere vormen van eigendom;
- c.
in het belang van de volksgezondheid en de openbare veiligheid of om andere dwingende redenen van groot openbaar belang;
- d.
voor het voorkomen van schade of overlast, met inbegrip van schade aan sportvelden, schietterreinen, industrieterreinen, kazernes of begraafplaatsen;
- e.
voor het voorkomen of bestrijden van onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren; of
- f.
in het algemeen belang.