Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
Artikel 59 De controle achteraf van de certificaten van oorsprong voor producten waarvoor bijzondere, niet-preferentiële invoerregelingen gelden
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Bronpublicatie:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 61 van het wetboek)
1.
De controle van de certificaten van oorsprong zoals bedoeld in artikel 57 van deze verordening wordt in overeenstemming met dit artikel verricht na het aanvaarden van de douaneaangifte (controle achteraf).
2.
Wanneer de douaneautoriteiten gegronde redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van een certificaat van oorsprong of de juistheid van de erin vervatte informatie en wanneer zij steekproefsgewijze controles achteraf verrichten, verzoeken zij de in artikel 58, lid 1, onder b), van deze verordening bedoelde autoriteit te onderzoeken of dat certificaat van oorsprong echt is, of de aangegeven oorsprong juist en in overeenstemming met artikel 60 is vastgesteld, of beide.
Daartoe sturen de douaneautoriteiten het certificaat van oorsprong of een kopie daarvan terug naar de in artikel 58, lid 1, onder b), van deze verordening bedoelde autoriteit. Indien de aangifte vergezeld ging van een factuur, wordt deze of een kopie daarvan bij het terug te sturen certificaat van oorsprong gevoegd.
De douaneautoriteiten vermelden, in voorkomend geval, de redenen voor de controle achteraf en verstrekken alle inlichtingen die zij bezitten die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op het certificaat van oorsprong onjuist zijn of dat het certificaat van oorsprong niet echt is.
3.
De in artikel 58, lid 1, onder b), van deze verordening bedoelde autoriteit informeert de douaneautoriteiten zo snel mogelijk over de resultaten van de controles.
Wanneer er binnen zes maanden na het verzenden van een verzoek in overeenstemming met lid 2 geen antwoord is ontvangen, passen de douaneautoriteiten de bijzondere, niet-preferentiële regeling voor de betrokken producten niet toe.