Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/644
Rechtbank kon oordelen dat sprake was van situatie van art. 94a lid 4 Sv.
HR 08-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:802
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 juni 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
19/05193
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:802, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:139, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑06‑2020
- Wetingang
Essentie
Rechtbank kon oordelen dat sprake was van voldoende aanwijzingen dat de inbeslaggenomen voorwerpen klaagster zijn gaan toebehoren met het kennelijke doel de uitwinning van aan X. toebehorende vermogensbestanddelen te bemoeilijken of te verhinderen.
Samenvatting
Vervolg op HR 26 maart 2019, NJ 2019/152. Op onroerende zaken van klaagster is conservatoir beslag gelegd tot bewaring van het recht van verhaal van een aan X., aandeelhouder en bestuurder van klaagster, op te leggen ontnemingsmaatregel. De rechtbank heeft geoordeeld dat zich de situatie van artikel 94a lid 4 Sv voordoet, onder meer nu i) X. eerder is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.