Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/643
Wvggz. Zorgmachtiging. Heeft de rechtbank kunnen vaststellen dat betrokkene niet bereid is zich te doen horen (art. 6:1 lid 1 Wvggz)?
HR 11-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:880
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juni 2021
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
21/00120
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:880, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:323, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑03‑2021
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/00120
Datum 11 juni 2021
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: G.E.M. Later,
tegen
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT LIMBURG,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de officier van justitie,
niet verschenen.
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. F.F. Langemeijer:
1. Procesverloop
1.1
Bij verzoekschrift, bij de rechtbank ingekomen op 25 september 2020, heeft de officier van justitie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.