RvdW 2017/1061
Beschikking mede gegeven door nog niet als zodanig beëdigde raadsheer-plaatsvervanger; nietigheid beschikking?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/00336
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2561, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:931, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2017
- Wetingang
Essentie
Beschikking mede gegeven door nog niet als zodanig beëdigde raadsheer-plaatsvervanger; nietigheid beschikking?
Ook een rechter in een rechtbank dient bij benoeming in het ambt van raadsheer-plaatsvervanger in een gerechtshof, voorafgaand aan de datum van indiensttreding te worden beëdigd. Nu de beëdiging van de betrokken raadsheer-plaatsvervanger, die bij KB is benoemd met ingang van de dag van beëdiging, eerst heeft plaatsgevonden nadat de bestreden beschikking is gewezen, dient de beschikking te worden vernietigd.
Samenvatting
In deze zaak over ondertoezichtstelling van een minderjarige wordt in cassatie geklaagd dat de bestreden beschikking van het hof nietig is omdat deze mede ...