Einde inhoudsopgave
Wet op de rechterlijke organisatie
Artikel 6 [Enkelvoudige en meervoudige kamers. Extra rechter ‘stand by’]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2004
- Bronpublicatie:
13-05-2004, Stb. 2004, 215 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken: 28958)
- Inwerkingtreding
01-07-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2004, Stb. 2004, 275 (uitgifte: 01-01-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Het bestuur van een gerecht vormt voor het behandelen en beslissen van zaken en het beëdigen van de daartoe bij de wet aangewezen functionarissen enkelvoudige en meervoudige kamers en bepaalt de bezetting daarvan.
2.
Tenzij in deze wet anders is bepaald, bestaan de meervoudige kamers uit drie rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, van wie een als voorzitter optreedt. Indien ook anderen dan rechterlijke ambtenaren deel uitmaken van een meervoudige kamer, treedt een rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast op als voorzitter.
3.
Het bestuur kan bepalen dat in een zaak in verband met de veiligheid van personen dan wel indien de zitting langer dan een dag zal duren, een of meer rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast zich met het oog op mogelijke vervanging van een van de leden van een meervoudige kamer gereed houden. Deze rechterlijke ambtenaren zijn bij de behandeling ter terechtzitting van die zaak aanwezig, maar nemen aan het onderzoek in en de beraadslaging en beslissing over die zaak niet deel, tenzij zij op verzoek van de voorzitter van de meervoudige kamer in de plaats treden van een van de afwezige leden.
4.
Dit artikel is niet van toepassing op de Hoge Raad.