NJB 2014/1515
‘Hetzelfde feit’ in de zin van art. 68 Sr en art. 313 Sv: door toewijzen van de vordering tot wijziging van de tenlastelegging betreffende ‘uitlokking van meineed door middel van bedreiging op 15 augustus 2006 kennelijk te Amsterdam’ in ‘uitlokking van diezelfde meineed door middel van het verschaffen van gelegenheid, (een) middel(en) en/of (een) inlichting(en) in de periode van 23 december 2005 tot en met 15 augustus 2006 te Amsterdam, althans in Nederland’ blijft sprake van ‘hetzelfde feit’ in de zin van art. 68 Sr. A-G: anders
HR 08-07-2014, ECLI:NL:HR:2014:1686
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 juli 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/00497
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1686, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑07‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:715, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑04‑2014
- Wetingang
Essentie
‘Hetzelfde feit’ in de zin van art. 68 Sr en art. 313 Sv: door toewijzen van de vordering tot wijziging van de tenlastelegging betreffende ‘uitlokking van meineed door middel van bedreiging op 15 augustus 2006 kennelijk te Amsterdam’ in ‘uitlokking van diezelfde meineed door middel van het verschaffen van gelegenheid, (een) middel(en) en/of (een) inlichting(en) in de periode van 23 december 2005 tot en met 15 augustus 2006 te Amsterdam, althans in Nederland’ blijft sprake van ‘hetzelfde feit’ in de zin van art. 68 Sr. A-G: anders
Uitspraak
Inleiding:
In deze zaak gaat het om de toewijzing door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.