Besluit integratie-uitkering WUW-middelen Gemeentefonds
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1994
- Bronpublicatie:
29-03-1994, Stb. 1994, 280 (uitgifte: 28-04-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-03-1994, Stb. 1994, 280 (uitgifte: 28-04-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
In bijlage 1 bij dit besluit zijn, voor de jaren 1993 tot en met 2017, de bedragen voor de individuele gemeenten opgenomen die gemoeid zijn met de uitkering ter compensatie van het vervallen van de bijdragen in de kosten van rente en afschrijving van kapitaaluitgaven van wegen en veren, als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de Wet.
2.
Het bedrag van de in het eerste lid bedoelde uitkering wordt voor de desbetreffende gemeente vermeerderd of verminderd naar rato van de mutaties in weglengte en de bijbehorende bijdrage(n) indien voor de desbetreffende gemeente naar de toestand op 1 januari 1994, onderscheidenlijk 1995 tot en met 2017, een wijziging van de gemeentelijke indeling of een grenscorrectie heeft plaatsgevonden ten opzichte van de gemeentelijke indeling op 1 januari 1993. Indien een gemeente wordt ingesteld, wordt het bedrag van de in het eerste lid bedoelde uitkering vastgesteld op basis van de weglengten en de bijbehorende bijdragen van de samenstellende delen waaruit deze gemeente is ontstaan. Van de gewijzigde vaststelling van de in het eerste lid bedoelde uitkering ontvangt de gemeente een nieuwe beschikking.
3.
De in het eerste lid bedoelde bijlage bevat tevens de andere onderhoudsplichtigen, waaraan de gemeente over genoemde jaren een uitkering als bedoeld in artikel 32, tweede lid, van de Wet dient uit te betalen ter compensatie van het vervallen van de bijdragen in de kosten van rente en afschrijving van kapitaaluitgaven voor die andere onderhoudsplichtigen.
4.
Indien een gemeente wordt opgeheven en als gevolg daarvan de in het derde lid bedoelde uitkering niet meer kan verstrekken aan de andere onderhoudsplichtigen, wordt een nieuwe beschikking gemaakt voor die gemeente die bij de herindelingsregeling in dit verband als rechtsopvolger wordt aangewezen.