Besluit integratie-uitkering WUW-middelen Gemeentefonds
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1994
- Bronpublicatie:
29-03-1994, Stb. 1994, 280 (uitgifte: 28-04-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-03-1994, Stb. 1994, 280 (uitgifte: 28-04-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
In bijlage 3 bij dit besluit zijn voor de desbetreffende jaren de bedragen voor de individuele gemeenten opgenomen die gemoeid zijn met de gewenningsbijdrage, bedoeld in het tweede lid.
2.
Een gemeente kan slechts in aanmerking komen voor toekenning van de gewenningsbijdrage, indien het nadelige saldo van de toename van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds in het jaar 1993 en de wegvallende WUW-bijdragen ten behoeve van de onderhoudslasten voor wegen, gecorrigeerd voor de mutaties in de hoeveelheid te beheren gemeentelijke weglengte, gewogen tegen een bedrag van ƒ 12.500,‒ per normkilometer, meer bedraagt dan 1% van de algemene uitkering over het jaar 1992 — naar de stand betaalmaand maart 1993 — uit het Gemeentefonds.
3.
Bij de onder het tweede lid genoemde toename van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds komen alleen middelen in aanmerking voorzover deze niet doorbetaald behoeven te worden aan een waterschap of de gemeente Groningen.
4.
De hoogte van de gewenningsbijdrage komt voor 1993 overeen met het in het tweede lid genoemde nadelige saldo verminderd met 1% van de algemene uitkering van de desbetreffende gemeente over het jaar 1992 naar de stand van de betaalmaand maart 1993.
5.
Voor de jaren 1994 en volgende komt de hoogte van de gewenningsbijdrage overeen met het in het vierde lid genoemde saldo verminderd met jaarlijks telkens één extra procentpunt van de algemene uitkering van de desbetreffende gemeente over het jaar 1992 naar de stand van de betaalmaand maart 1993.
6.
Indien een gemeente niet in bijlage 3 is vermeld en van mening is dat zij in aanmerking komt voor een gewenningsbijdrage dan kan deze gemeente daartoe alsnog, binnen zes weken na plaatsing van dit besluit in het Staatsblad, een verzoek indienen bij Onze Ministers met gebruikmaking van het door ons verstrekte model. Indien Onze Ministers na indiening van dit verzoek van mening zijn dat de desbetreffende gemeente in aanmerking komt voor een gewenningsbijdrage, dan wordt de hoogte van de gewenningsbijdrage onder inachtneming van het vierde en vijfde lid voor deze gemeente bij ministeriële beschikking vastgesteld. Verzoeken die worden ingediend na zes weken na plaatsing van dit besluit in het Staatsblad worden niet in behandeling genomen.