RN 2018/22
Uitleg leveringsakte. Hoe moet een kettingbeding over een parkbijdrage worden uitgelegd?
HR 02-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:148
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 februari 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/00591
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS26737:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Genotsrechten
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:148, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1323, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2017
- Wetingang
Art. 151 lid 2, 157 Rv
Essentie
Uitleg leveringsakte. Rechtsopvolging. Kettingbeding. Parkbijdrage. Haviltex-criterium.
Hoe moet een kettingbeding over een parkbijdrage worden uitgelegd? Is dit ook bepalend voor voor de rechtsverhouding tussen de ene originaire contractspartij en de rechtsopvolgers van de andere originaire contractspartij?
Samenvatting
Eisers in cassatie hebben in 1997 een huisje gekocht op bungalowpark De Horn. Dit park bestaat uit huisjes en delen voor gemeenschappelijk gebruik. Iedere eigenaar van een huisje dient op grond van een kettingbeding in de leveringsakte een jaarlijkse parkbijdrage te betalen voor de algemene delen, de werkzaamheden voor het onderhoud en renovatie van het park en overige activiteiten met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.