Einde inhoudsopgave
Verzamelbesluit Lijfrenten
4 Lijfrenten voor een pensioentekort (artikel 3.124, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001)
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2019. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 16-05-2019
- Bronpublicatie:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Inwerkingtreding
01-06-2019, terugwerkend tot: 16-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-05-2019, Stcrt. 2019, 30558 (uitgifte: 31-05-2019, regelingnummer: 2019-115021)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
Onbenoemd 4.1 Combinaties van lijfrentevormen
Onbenoemd 4.2 Nabestaandenlijfrente (artikel 3.125, eerste lid, onderdeel b, Wet IB 2001)
Onbenoemd 4.3 Oudedagslijfrente op twee levens
Onbenoemd 4.4 Onzekerheidsvereiste bij nabestaandenlijfrenteverzekering
Onbenoemd 4.5 Overbruggingslijfrenten
Onbenoemd 4.6 Overschrijden wettelijke termijn voor bedingen lijfrente
Onbenoemd 4.7 Stroomlijning voorwaarden voor lijfrentebeleggingsrechten (artikel 3.126a Wet IB 2001)
Onbenoemd 4.8 Omzetting lijfrenteverzekering in lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht en omgekeerd
Onbenoemd 4.9 Lijfrente of arbeidsongeschiktheidsverzekering in het jaar van immigratie