Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en intrekking Richtlijn 2003/6/EG, enz. (Verordening marktmisbruik)
Artikel 3 Definities
Geldend
Geldend van 02-07-2014 tot 04-12-2024
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2016, L 287).
- Bronpublicatie:
16-04-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 596/2014)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-04-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 596/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
‘financieel instrument’: elk financieel instrument als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 15 van Richtlijn 2014/65/EU;
- 2.
‘beleggingsonderneming’: een beleggingsonderneming als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2014/65/EU;
- 3.
‘kredietinstelling’: een kredietinstelling als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (l)
- 4.
‘financiële instelling’: een financiële instelling als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 26, van Verordening (EU) nr. 575/2013;
- 5.
‘marktexploitant’: een marktexploitant als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 18, van Richtlijn 2014/65/EU;
- 6.
‘gereglementeerde markt’: een gereglementeerde markt als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 21), van Richtlijn 2014/65/EU;
- 7.
‘Multilateral Trading Facility’ of ‘MTF’: een multilateraal systeem als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 22), van Richtlijn 2014/65/EU;
- 8.
‘Organised Trading Facility’ of ‘OTF’: een stelsel of faciliteit als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 23), van Richtlijn 2014/65/EU;
- 9.
‘geaccepteerde marktpraktijk’: een specifieke marktpraktijk die is geaccepteerd door een bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 13;
- 10.
‘handelsplatform’: een handelsplatform als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 24), van Richtlijn 2014/65/EU;
- 11.
‘mkb-groeimarkt’: een mkb-groeimarkt als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 12), van Richtlijn 2014/65/EU;
- 12.
‘bevoegde autoriteit’: een overeenkomstig artikel 22 aangewezen bevoegde autoriteit tenzij in deze verordening anders bepaald;
- 13.
‘persoon’: een natuurlijk persoon of rechtspersoon;
- 14.
‘grondstof’: een grondstof als omschreven in artikel 2, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1287/2006 van de Commissie (2);
- 15.
‘spotcontract voor grondstoffen’: een contract voor de levering van een grondstof die op een spotmarkt wordt verhandeld en die onverwijld wordt geleverd wanneer de transactie wordt afgewikkeld, en een contract voor de levering van een grondstof, niet zijnde een financieel instrument, met inbegrip van een fysiek afgewikkeld termijncontract;
- 16.
‘spotmarkt’: een markt in grondstoffen waarop grondstoffen tegen contante betaling worden verkocht en onverwijld worden geleverd wanneer de transactie wordt afgewikkeld, en andere niet-financiële markten, zoals termijnmarkten in grondstoffen;
- 17.
‘terugkoopprogramma’: de handel in eigen aandelen overeenkomstig de artikelen 21 tot en met 27 van Richtlijn 2012/30/EU van het Europees Parlement en de Raad (3);
- 18.
‘algoritmische handel’: algoritmische handel als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 39, van Richtlijn 2014/65/EU;
- 19.
‘emissierecht’: een emissierecht als bedoeld in punt 11 van deel C van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU;
- 20.
‘deelnemer aan de emissierechtenmarkt’: elke persoon die transacties aangaat, met inbegrip van het plaatsen van handelsorders, met betrekking tot emissierechten, daarop gebaseerde geveilde producten, of daarvan afgeleide producten en waarop de vrijstelling uit hoofde van artikel 17, lid 2, tweede alinea, niet van toepassing is;
- 21.
‘uitgevende instelling’: een privaat- of publiekrechtelijke juridische entiteit die financiële instrumenten emitteert of voorstelt te emitteren, waarbij de uitgevende instelling, in het geval van certificaten van aandelen die financiële instrumenten vertegenwoordigen, de uitgevende instelling van het vertegenwoordigde financiële instrument is;
- 22.
‘energieproduct bestemd voor groothandel’: energieproduct bestemd voor groothandel als omschreven in artikel 2, punt 4, van Verordening (EU) nr. 1227/2011;
- 23.
‘nationale regulerende instantie’: een nationale regulerende instantie als omschreven in artikel 2, punt 10, van Verordening (EU) nr. 1227/2011;
- 24.
‘grondstoffenderivaten’: grondstoffenderivaten als omschreven in artikel 2, lid 1, punt 30, van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad (4);
- 25.
‘persoon met leidinggevende verantwoordelijkheid’: een persoon binnen een uitgevende instelling, een deelnemer aan de emissierechtenmarkt of een andere entiteit als bedoeld in artikel 19, lid 10, die
- a)
lid is van een bestuurs- of toezichthoudend orgaan van die entiteit;
- b)
een leidinggevende functie heeft maar die geen deel uitmaakt van de onder a) bedoelde organen en die regelmatig toegang heeft tot voorwetenschap die direct of indirect op de entiteit betrekking heeft, en tevens de bevoegdheid bezit managementbeslissingen te nemen die gevolgen hebben voor de toekomstige ontwikkelingen en bedrijfsvooruitzichten van die entiteit;
- 26.
‘nauw verbonden persoon’:
- a)
een echtgenoot of echtgenote, of een partner van deze persoon die overeenkomstig het nationale recht als gelijkwaardig met een echtgenoot of echtgenote wordt aangemerkt;
- b)
een overeenkomstig het nationale recht ten laste komende kind;
- c)
een ander familielid die op de datum van de transactie in kwestie gedurende ten minste een jaar tot hetzelfde huishouden als de relevante persoon heeft behoord, of
- d)
een rechtspersoon, trust of personenvennootschap waarvan de leidinggevende verantwoordelijkheid berust bij een persoon met leidinggevende verantwoordelijkheid of bij een persoon als bedoeld onder a), b) en c), of die rechtstreeks of onrechtstreeks onder de zeggenschap staat van een dergelijke persoon, of die is opgericht ten gunste van een dergelijke persoon, of waarvan de economische belangen in wezen gelijkwaardig zijn aan die van een dergelijke persoon;
- 27.
‘verkeersgegevensoverzicht’: overzicht van verkeersgegevens zoals bedoeld in artikel 2, lid 2, onder b), van Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad (5).
- 28.
‘persoon die zich beroepsmatig bezighoudt met het tot stand brengen of uitvoeren van transacties’: persoon die zich beroepsmatig bezighoudt met het ontvangen en doorgeven van orders of het uitvoeren van transacties in financiële instrumenten;
- 29.
‘benchmark’: een aan het publiek bekendgemaakte of gepubliceerde rente, index of getal dat periodiek of regelmatig wordt bepaald door een formule toe te passen op, of afgeleid van: de waarde van een of meer onderliggende activa of prijzen, met inbegrip van geraamde prijzen, feitelijke of geraamde rentetarieven of andere waarden, dan wel enquêtegegevens, en op basis waarvan het voor een financieel instrument te betalen bedrag of de waarde van een financieel instrument wordt bepaald;
- 30.
‘marktmaker’: een marktmaker als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 7, van Richtlijn 2014/65/EU;
- 31.
‘stakebuilding’: het verwerven van aandelen in een onderneming waarbij niet uit hoofde van wet- of regelgeving de verplichting ontstaat om een overnamebod aan te kondigen met betrekking tot de onderneming in kwestie;
- 32.
‘openbaar makende marktdeelnemer’: een persoon als bedoeld in een categorie als opgenomen in artikel 11, lid 1, onder a) tot en met d), of artikel 11, lid 2, die in het kader van een marktpeiling informatie openbaar maakt.
- 33.
‘hoge-frequentie handel’: hoge-frequentie handel als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 40, van Richtlijn 2014/65/EU;
- 34.
‘het aanbevelen of voorstellen van een beleggingsstrategie’:
- i)
informatie voortgebracht door een onafhankelijke analist, een beleggingsonderneming, een kredietinstelling, iedere andere persoon van wie de hoofdactiviteit bestaat in het doen van beleggingsaanbevelingen, of een in het kader van een arbeidscontract of anderszins voor hen werkzame natuurlijke persoon, waarin rechtstreeks of onrechtstreeks een specifieke beleggingsaanbeveling wordt gedaan ten aanzien van een financieel instrument of een uitgevende instelling, of
- ii)
informatie voortgebracht door andere dan de onder i) bedoelde personen waarin rechtstreeks een specifieke beleggingsbeslissing in verband met een financieel instrument wordt aanbevolen.
- 35.
‘beleggingsaanbeveling’: iedere voor distributiekanalen of het publiek bedoelde informatie waarbij expliciet of impliciet een beleggingsstrategie wordt aanbevolen of voorgesteld ten aanzien van één of meerdere financiële instrumenten of de uitgevende instellingen, met inbegrip van informatie iedere mening betreffende de huidige of toekomstige waarde of koers van dergelijke instrumenten.
2.
Voor de toepassing van artikel 5, wordt verstaan onder:
- a)
‘effecten’:
- i)
aandelen en andere, aan aandelen equivalente effecten;
- ii)
obligaties en andere, gesecuritiseerde schuld, of
- iii)
gesecuritiseerde, in aandelen of andere, aan aandelen equivalente effecten om te zetten of om te wisselen schuld.
- b)
‘verbonden instrumenten’: de volgende financiële instrumenten, met inbegrip van financiële instrumenten die niet zijn toegelaten tot de handel op een handelsplatform of niet op een handelsplatform worden verhandeld, of waarvoor geen aanvraag tot toelating tot de handel op een dergelijke handelsplatform is ingediend:
- i)
contracten of rechten op grond waarvan op de effecten kan worden ingeschreven of de effecten kunnen worden verworven of vervreemd;
- ii)
van effecten afgeleide financiële instrumenten;
- iii)
waar de effecten converteerbare of omwisselbare schuldinstrumenten zijn, de effecten waarin deze converteerbare of omwisselbare schuldinstrumenten kunnen worden geconverteerd of omgewisseld;
- iv)
instrumenten die door de uitgevende instelling of garant van de effecten worden uitgegeven of gegarandeerd en waarvan de marktkoers de koers van de effecten wezenlijk kan beïnvloeden, of omgekeerd;
- v)
waar de effecten met aandelen gelijk te stellen waardepapieren zijn, de aandelen die door deze waardepapieren worden vertegenwoordigd (of enigerlei ander met deze aandelen gelijk te stellen waardepapier);
- c)
‘omvangrijke aanbieding’: een initiële of secundaire aanbieding van effecten die zich onderscheidt van gewone handelsactiviteiten in zowel de waarde van de aangeboden effecten als de te gebruiken verkoopmethode;
- d)
‘stabilisatie’: een aankoop of aanbod tot aankoop van effecten, of transactie in daarmee gelijkwaardige verbonden instrumenten, die of dat wordt verricht door een kredietinstelling of een beleggingsonderneming in het kader van een omvangrijke aanbieding van dergelijke effecten, uitsluitend om de marktkoers van deze effecten gedurende een vooraf bepaalde periode te ondersteunen wanneer er sprake is van verkoopdruk op deze effecten.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1287/2006 van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de voor beleggingsondernemingen geldende verplichtingen betreffende het bijhouden van gegevens, het melden van transacties, de markttransparantie, de toelating van financiële instrumenten tot de handel en de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn betreft (PB L 241 van 2.9.2006, blz. 1).
Richtlijn 2012/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 strekkende tot het coördineren van de waarborgen welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van artikel 54, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap, alsook de instandhouding en wijziging van haar kapitaal, zulks teneinde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 74).
Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (zie bladzijde 84 van dit Publicatieblad).
Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).