Einde inhoudsopgave
Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen
Artikel 2b
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
21-12-2016, Stb. 2016, 543 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34527)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2016, Stb. 2016, 543 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken: 34527)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
1.
Voor de toepassing van dit artikel en van artikel 6d wordt verstaan onder een voorafgaande grensoverschrijdende ruling: een uitlating door of namens de inspecteur, dan wel Onze Minister, ongeacht of er effectief gebruik van wordt gemaakt, die:
- a.
is gedaan ten aanzien van een persoon of groep van personen die zich daarop kan, onderscheidenlijk kunnen, beroepen;
- b.
de interpretatie of toepassing betreft van een wettelijke bepaling ter uitvoering of handhaving van de nationale belastingwetgeving;
- c.
betrekking heeft op een grensoverschrijdende transactie of op de mogelijke aanwezigheid van een vaste inrichting in Nederland of in een ander rechtsgebied; en
- d.
eerder tot stand is gekomen dan:
- 1°
de grensoverschrijdende transactie;
- 2°
de activiteiten in Nederland of in een ander rechtsgebied op grond waarvan mogelijkerwijs sprake is van een vaste inrichting; of
- 3°
de indiening van een belastingaangifte voor het tijdvak waarin de grensoverschrijdende transactie of de activiteiten in Nederland of in een ander rechtsgebied hebben plaatsgevonden.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt verstaan onder een grensoverschrijdende transactie:
- a.
een transactie of reeks van transacties waarbij niet alle partijen bij de transactie of reeks van transacties hun fiscale woonplaats hebben in Nederland;
- b.
een transactie of reeks van transacties waarbij een of meer van de partijen bij de transactie of reeks van transacties hun fiscale woonplaats tegelijkertijd in Nederland en in een ander rechtsgebied hebben;
- c.
een transactie of reeks van transacties waarbij een van de partijen bij de transactie of reeks van transacties met een fiscale woonplaats in Nederland haar bedrijf uitoefent via een vaste inrichting in een ander rechtsgebied dan Nederland en de transactie of reeks van transacties alle of een deel van de activiteiten van de vaste inrichting uitmaakt, onderscheidenlijk uitmaken, waaronder tevens begrepen de regelingen die worden getroffen door een persoon ten aanzien van de bedrijfsactiviteiten die hij in een ander rechtsgebied via een vaste inrichting uitoefent;
- d.
een transactie of reeks van transacties die een grensoverschrijdend effect heeft, onderscheidenlijk hebben.
3.
Onder inspecteur als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan: de inspecteur, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.