Einde inhoudsopgave
Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen
Artikel 1 [Strekking van de wet]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
18-12-2013, Stb. 2013, 566 (uitgifte: 23-12-2013, kamerstukken: 33753)
16-10-2013, Stb. 2013, 413 (uitgifte: 25-10-2013, kamerstukken: 33637)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2013, Stb. 2013, 566 (uitgifte: 23-12-2013, kamerstukken: 33753)
16-10-2013, Stb. 2013, 413 (uitgifte: 25-10-2013, kamerstukken: 33637)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
1.
De bepalingen van deze wet strekken tot uitvoering van richtlijnen van de Raad van de Europese Unie en andere regelingen van internationaal en interregionaal recht tot het verlenen van wederzijdse bijstand bij de heffing van belastingen, alsmede renten daarover en bestuursrechtelijke sancties en boeten die daarmee verband houden.
2.
Onder de in het eerste lid bedoelde belastingen valt elke vorm van belastingen die door of namens een staat of de territoriale of bestuurlijke onderdelen van een staat, met inbegrip van de lokale overheden, worden geheven.
3.
Deze wet is niet van toepassing bij het verlenen van wederzijdse bijstand op het gebied van:
- a.
de omzetbelasting in het kader van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PbEU 2010, L 268);
- b.
de accijnzen in het kader van Verordening (EU) nr. 389/2012 van de Raad van 2 mei 2012 betreffende administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 2073/2004 (PbEU 2012, L 121).
Bij toepassing van die verordeningen zijn de artikelen 8, derde lid, en 11 van deze wet van overeenkomstige toepassing.
4.
Deze wet is niet van toepassing bij het verlenen van wederzijdse bijstand op het gebied van rechten bij invoer en rechten bij uitvoer met inbegrip van de belasting bij invoer, genoemd in artikel 22 van de Wet op de omzetbelasting 1968, en van accijns bij invoer, genoemd in artikel 62 van de Wet op de accijns.